De eeuwige oosterling. Een biografie van performer Indra Kamadjojo
In de biografie Indra, een wajangleven doet de onderzoeksjournaliste en antropologe Lizzy van Leeuwen niet alleen recht aan het leven en werk van de kameleontische performer Indra Kamadjojo (Leo Broekveldt, 1906-1992). Zij geeft hem ook de plaats die hij verdient in de theaterdansgeschiedenis van de Lage Landen.
Er zijn maar weinig mensen die alleen hun voornaam nodig hebben om herkend en geplaatst te kunnen worden. Indra was zo iemand. Als Leo Broekveldt werd hij op Java geboren. Zijn ouders waren de hoge koloniale bestuursambtenaar Frederik Broekveldt en diens Nederlands-Indische echtgenote Mien Zeydel. Iedereen noemde hem Leetje en hij zou Leetje blijven tot hij Indra werd. Zijn tropentijd was de periode tussen zijn vierde en dertiende. In die formatieve jaren zoog hij alles in zich op wat hem in zijn verdere leven creatief en spiritueel zou voeden. Vanaf 1920 was Nederland zijn domicilie. Intelligent, pragmatisch, onverstoorbaar en zelfbewust vond hij zijn eigen weg als “exotische” danser.
“De eeuwige oosterling”, zoals zijn biografe hem typeert, had zijn carrière niet cadeau gekregen. In het dansarme, om niet te zeggen dansachterlijke “Holland” (zo werd Nederland destijds genoemd in de koloniën) van het interbellum liep hij op tegen vooroordelen die meestal alles, soms ook niets met zijn tint te maken hadden: “Zeker als het om mannelijke dansers ging werden ze al gauw aangezien voor maatschappelijk mislukte en wufte randfiguren, te vergelijken met circusartiesten of pooiers.” Caractère, volksdans met macho-elementen en in klederdracht, was de gulden middenweg.