Deel artikel

kunst

De binnenste en buitenste werkelijkheid van Filip Vervaet

21 november 2021 6 min. leestijd

Met een materiële constructie een immaterieel effect oproepen, is een fascinatie van de Belgische beeldhouwer Filip Vervaet (1977). Zelf werkt hij niet alleen graag met brons, maar ook met gekleurd glas en autolak. Van 12 december tot en met 23 januari is zijn tentoonstelling Cascade te zien in de Brakke Grond (Amsterdam).

Toen Filip Vervaet rond zijn achttiende een studie uit moest kiezen, had hij twee voorwaarden: hij wilde iets ruimtelijks doen en iets creatiefs. Het werd productontwikkeling (vergelijkbaar met de Nederlandse studie industrieel design), maar daar was hij niet goed op zijn plaats; hij zag zichzelf toch niet met vier anderen één autospiegel maken. Ook bij de opleiding tot architect kon hij zijn draai niet vinden.

Daarna kwam hij bij de Brusselse kunstacademie Sint-Lucas terecht. Lachend vertelt hij over zijn kennismaking met de afdeling beeldhouwkunst, waar tegen hem werd gezegd: ‘Als je hier een stoel wil maken, dan kan dat. Als je kunst wil maken kan dat ook.’ Hij wist gelijk dat hij daar op zijn plaats zou zijn.

Brons en autolak

Nog altijd houdt Vervaet er niet van om zichzelf beperkingen op te leggen. Weliswaar heeft hij echt wel de nodige intenties en ideeën voordat hij aan de slag gaat, maar die moeten niet per se terug te zien zijn in het eindresultaat. Het kunstwerk moet zich namelijk zoveel mogelijk vanzelf ontwikkelen. Wanneer hij gewoon lekker begint te boetseren, gebeurt het nogal eens dat hij zo’n vooropgezet plan al doende gewoon laat varen. Het is dan ook niet vreemd dat zijn oeuvre een heel eclectische indruk maakt.

Naast vertrouwde materialen voor sculpturen – zoals brons, aluminium en glas – werkt hij ook met autolak en ledlampjes. Ook zoekt hij actief de grenzen op met onder meer architectuur, installatie- en lichtkunst. Vervaet geeft weliswaar expliciet aan in de beeldhouwtraditie te werken, maar tegelijkertijd rekt hij de karakteristieken van zijn medium tegelijkertijd flink op.

Door zijn open houding is er in zijn praktijk ruimte gekomen voor de ijle tegenpool van het robuuste, traditionele materiaal voor sculpturen: licht. Dat fenomeen is letterlijk ongrijpbaar, maar kan tóch beïnvloed worden. Dat merkte Vervaet bijvoorbeeld toen hij geïnteresseerd raakte in tuning: het ombouwen van een auto dat die iets heel onwezenlijks krijgt: denk aan ledverlichting of autolak die van kleur verandert, afhankelijk van de positie van de toeschouwer.

In bredere zin wordt Vervaet sterk gefascineerd door hoe je met materiële constructies een immateriële ervaring op kunt roepen. Die ziet hij niet alleen terug in tuning, maar ook in discoverlichting of – minder werelds – glas-in-loodramen in kerken. Zelf probeert hij deze effecten op te roepen met gekleurd glas, coating of filters die ervoor zorgen dat de kleuren van de kunstwerken en de gehele indruk ervan veranderen, afhankelijk van hoe je je door de ruimte beweegt.

Quasi-virtuele wereld

Die materialen en Vervaets achterliggende motivatie om ze te gebruiken, sluiten nauw aan bij een belangrijk thema in zijn werk: de frictie tussen binnen- en buitenwereld. Hij werkt regelmatig met grote, rechtopstaande glasplaten, wat direct doet denken aan ramen ook wel aan kamerschermen. Hoewel je er vaak omheen kunt lopen, vraag je je automatisch tóch af wat daarachter gebeurt. Dat geeft zijn kunst iets filmisch.

Vervaet beschrijft zichzelf als iemand die gebiologeerd wordt door de scheiding tussen privé- en publieke ruimte, zoals een gordijn of een gevel: wat speelt zich daar achter vandaan? Zo’n object houdt twee werelden uit elkaar; tussen het zichtbare en het onzichtbare. Die laatste is voor Vervaet ook vaak het onderbewustzijn. De buitenste werkelijkheid boeit hem, maar de onzichtbare realiteit daarachter misschien nog meer. Voor hem is die laatste niet per definitie minder echt dan die eerste.

Bij de betrouwbaarheid van de wereld om je heen, kun je dankzij Vervaet de nodige kanttekeningen zetten. Onder meer met het gekleurde glas zet hij de ruimte naar zijn hand. Dit materiaal zorgt voor een psychedelische sfeer, die ook wel iets virtueels heeft. Sciencefiction is ook nooit ver weg bij deze beeldhouwer, die graag verleden en toekomst door elkaar laat lopen. Hij heeft bijvoorbeeld een reeks bas-reliëfs gemaakt – waaronder Waiting for the Sun (2019) – die aan de muur hangen, achter glas, alsof ze museale objecten zijn van eeuwen geleden. De coating op het glas heeft juist iets futuristisch.

Sowieso speelt hij graag met contrasten: tussen figuratief en abstract; tussen het positief en het negatief. Die tegenstellingen zorgen voor een spanning waar je moeilijk je vinger op kunt leggen. Wat extra vervreemdend werkt, is dat je in die quasi-virtuele wereld menselijke sporen kunt vinden in het aluminium of het brons: de vingerafdrukken en de bewegingen van de kunstenaar zijn vaak goed te zien.

De mens is nooit direct terug te vinden in Vervaets kunst, maar speelt evenwel een belangrijke rol

Die sporen hebben te maken met een ander centraal thema in Vervaets oeuvre: het idee dat de natuur maakbaar is. Dat is onder meer terug te vinden in de aluminium planten en bladeren die in veel van zijn kunstwerken terug te vinden zijn, die vaak gebaseerd zijn op de kenmerken van een aantal verschillende planten – een soort sculpturale genetische modificatie.

De mens is nooit direct terug te vinden in Vervaets kunst, maar speelt evenwel een belangrijke rol. Voor zijn recente werk was hij zelf regelmatig de letterlijke maat der dingen; Up on the Hill uit 2019 bijvoorbeeld is zo breed als de spanwijdte van zijn armen en zo hoog als hij aan kon. Zijn sculpturen moeten dan ook niet te klein zijn, zodat je erop neerkijkt, of juist grotesk, want hij vindt het veel interessanter als de bezoeker de werken vergelijkt met zijn eigen lichaamsverhoudingen. De menselijke figuur beeldt hij weliswaar niet af, maar die verdwijnt zo toch nooit geheel uit het beeld.

Expositie als scenario

Niet alleen in zijn eigen atelier bouwt Vervaet graag zijn eigen wereld, maar ook binnen zijn solotentoonstellingen. Sinds zijn eerste grote solo Up on the hill – Down by the river (2019, in de Warande in Turnhout), zet hij exposities op als een soort totaalinstallatie. Daarin worden de onderling vaak verschillende kunstwerken samen duidelijk deel van een geheel dat hij vergelijkt met een scenario dat de bezoekers door de ruimte leidt.

Deze manier van werken heeft zijn wortels in Vervaets eerdere wens om architect te worden, maar dan op een Jugendstilachtige manier: dus niet alleen het gebouw ontwerpen, maar ook de versieringen en de kunstwerken. Tegenwoordig zet hij dan ook graag de ruimte naar zijn hand, maar wel door te reageren op de mogelijkheden die die al biedt; van de architectuur tot de lichtbronnen. De kunstwerken functioneren binnen dat decor als acteurs die weliswaar een script mee hebben gekregen, maar genoeg vrijheid krijgen om te improviseren.

In de Warande had Vervaet bijvoorbeeld twee verdiepingen tot zijn beschikking, waardoor hij de kunstwerken verdeelde over een onder- en bovenwereld. Die eerste ruimte oogde donker, tegen het postapocalyptische aan, en terwijl de tweede plaats bood aan licht, vluchtigere kleuren en op de natuur geïnspireerde kunstwerken. Voor zijn aankomende tentoonstelling A Sedimental Journey in Plus-One Gallery (Berchem, vanaf oktober) heeft Vervaet zich dan weer laten inspireren door quasi-exotische, jarenvijftigachtige decors, met onder meer een ligbank, gordijnen én planten binnen handbereik. Deze paradijselijke omgeving bevindt zich ergens tussen realiteit en projectie.

Een moeilijk vast te pinnen sfeer zal ook zijn eerste grote solo-expositie in Nederland kenmerken. In de Brakke Grond (Amsterdam) krijgt hij eind 2021 de grote theaterzaal tot zijn beschikking. Met maar een viertal wanden deelt Vervaet verschillende vertrekken in, geïnspireerd op paviljoenen – bij uitstek bouwwerken waarbij binnen en buiten door elkaar lopen. Tegelijkertijd is in deze theaterzaal geen enkel daglicht, wat de droomachtige wereld zal versterken. Misschien loop je wel rond in Vervaets onderbewustzijn, en blijkt de buitenste werkelijkheid stiekem vervangen te zijn door de binnenste.

De solo Cascade van Filip Vervaet is (uiteraard onder corona-voorbehoud) van 11 december 2021 tot en met 23 januari 2022 te zien in Vlaams Cultuurhuis de Brakke Grond, Amsterdam.
filipvervaet.be
Maarten Buser-1- -Aad Hoogendoorn

Maarten Buser

kunst- en poëziecriticus, dichter

Reacties

Reacties zijn gesloten.

Lees ook

		WP_Hook Object
(
    [callbacks] => Array
        (
            [10] => Array
                (
                    [000000000000291a0000000000000000ywgc_custom_cart_product_image] => Array
                        (
                            [function] => Array
                                (
                                    [0] => YITH_YWGC_Cart_Checkout_Premium Object
                                        (
                                        )

                                    [1] => ywgc_custom_cart_product_image
                                )

                            [accepted_args] => 2
                        )

                    [spq_custom_data_cart_thumbnail] => Array
                        (
                            [function] => spq_custom_data_cart_thumbnail
                            [accepted_args] => 4
                        )

                )

        )

    [priorities:protected] => Array
        (
            [0] => 10
        )

    [iterations:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [current_priority:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [nesting_level:WP_Hook:private] => 0
    [doing_action:WP_Hook:private] => 
)