De benefietacties voor Oekraïne passen in een historische traditie
Liefdadigheid kent een lange geschiedenis in Nederland en als onderzoeker sta je al snel versteld van de enorme bedragen die er vroeger werden opgehaald, schrijft Lotte Jensen in haar column. De acties voor Oekraïne vertonen heel wat parallellen met gebeurtenissen uit het verleden.
Op 7 maart, tweeënhalve week na het uitbreken van de oorlog tussen Rusland en Oekraïne, organiseerden de samenwerkende hulporganisaties in Nederland een landelijke actiedag. In Hilversum verzamelden zich bekende en minder bekende Nederlanders achter de telefoons om giften op te nemen. ’s Avonds was er een nationale televisieactie. Aan het einde van de dag stond de teller, die nog altijd oploopt, op 106 miljoen euro. “Dit is volgens mij historisch”, aldus directeur Tineke Ceelen van de Stichting Vluchteling.
Het was inderdaad een indrukwekkend bedrag en het toonde aan hoezeer de Nederlandse burgers met het lot van de Oekraïense burgers meeleefden. Maar historisch, in de zin van uniek of ongeëvenaard, was deze actie niet.
De benefietactie en bijbehorende vrijgevigheid passen in een veel ouder patroon. Liefdadigheid kent een lange traditie in Nederland en als onderzoeker sta je al snel versteld van de enorme bedragen die er vroeger werden opgehaald. Zo schoot een groep welgestelde Rotterdamse en Amsterdamse burgers de slachtoffers van de overstromingen in 1740-1741 in het rivierengebied te hulp. Ze zamelden het imposante bedrag van meer dan 55.000 gulden in (nu: 576.000 euro).
Absolute klapper was de watersnood van 1953, toen er maar liefst zo’n 138 miljoen gulden binnenkwam, vijf maal zoveel als het bedrag voor Oekraïne
Aan het einde van die eeuw kwam de nationale geefcultuur goed op gang en doneerden Nederlandse burgers steeds grotere bedragen bij rampen De watersnood van 1825 leverde bijvoorbeeld zo’n 2,2 miljoen gulden op (25 miljoen euro). Absolute klapper was de watersnood van 1953, toen er maar liefst zo’n 138 miljoen gulden binnenkwam. Dat komt overeen met een bedrag van ongeveer 534 miljoen euro vandaag, vijf maal zoveel (!) als het bedrag dat voor Oekraïne is opgehaald.
Die enorme opbrengsten kwamen tot stand dankzij talloze burgerinitiatieven, publicaties en benefietconcerten. Het fotoboek De ramp ging maar liefst 675.000 keer over de toonbank. De opbrengsten gingen naar de slachtoffers van de watersnood. In het collectieve geheugen staat ook de nationale inzamelingsactie Beurzen open, dijken dicht gegrift. Particulieren en bedrijven schonken overweldigend hoge bedragen. De gezamenlijke omroepen zonden bovendien elke zaterdagavond een radioprogramma uit, waarbij bekende artiesten en koren acte de présence gaven. De presentatoren maakte op de laatste avond de eindstand bekend, die alle verwachtingen overtrof.
Net als bij de actie voor Oekraïne hadden veel hulpacties ook een internationale dimensie: in 1953 kwamen er giften uit de hele wereld voor de slachtoffers van de watersnoodramp: van Amerika tot Denemarken, van Kaap de Goede Hoop tot Italië. Andersom sprongen Nederlanders ook in de bres voor slachtoffers van rampen in het buitenland. Toen in 1951 de dijken van de Po in Italië doorbraken, werd op stel en sprong een Comité Hulpverlening Watersnood opgericht. Via benefietvoorstellingen, openbare verkopingen en oproepen in de kranten werd de vrijgevigheid van de Nederlanders gestimuleerd.
© Joop van Bilsen / publiek domein
Uit mijn jeugd herinner ik me de wereldwijde actie tegen de honger in Afrika, Live Aid. Het was een voor die tijd ongeëvenaard mediaspektakel, met liveconcerten over de gehele wereld en bijna 2 miljard kijkers. De opbrengst wordt geschat op omgerekend zo’n 180 miljoen euro. De internationale saamhorigheid maakte veel indruk op mijn generatie. Muziek bleek daarbij een bindende factor: ‘Do They Know It’s Christmas’ en ‘We Are the World’ stonden wekenlang boven aan de hitparades.
Een andere parallel tussen verleden en heden is te zien in de wijze waarop de Europese koningshuizen hun betrokkenheid tonen via donaties en andere acties. De Deense koninklijke familie schonk een miljoen Deense kronen (ruim 134.000 euro) aan de Oekraïense vluchtelingen. Ook de Britse koningin Elizabeth deed een grote gift. Bij vroegere rampen gaven vorsten en vorstinnen ook altijd imposante bedragen. Zo schonk tsaar Alexander I in 1825 maar liefst ƒ 100.000,- (nu: 1,1 miljoen euro) aan de noodlijdenden in Nederland, precies evenveel als koning Willem I.
© Rijksmuseum, Amsterdam
Zoals koning Lodewijk Napoleon in 1807 de slachtoffers van de Leidse buskruitramp in Huis ten Bosch opving, zo stelt het Belgische koningspaar Filip en Mathilde woningen beschikbaar voor de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne. Het Nederlandse koningspaar, Willem-Alexander en Maxíma, volgde hun voorbeeld en stelt nu kasteel Het Oude Loo open als opvanglocatie. Fraaie gestes, die passen in een twee eeuwen oude traditie.
Vanuit een historisch perspectief was de actie voor Oekraïne dus niet uniek, maar sluit ze naadloos aan bij de historische trends. “Historisch” in de zin van “gedenkwaardig” was de Nederlandse actie voor Oekraïne natuurlijk wel. En hartverwarmend ook, omdat er internationale solidariteit uitspreekt.