Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Creatief met corona: good practices uit de cultuursector in Nederland en Vlaanderen
0 Reacties
© Matthias Hannes
© Matthias Hannes © Matthias Hannes
kunst

Creatief met corona: good practices uit de cultuursector in Nederland en Vlaanderen

Tijdens een online netwerkmoment van Vlaams-Nederlandse organisaties bruiste het van de ideeën om in COVID-19-tijden van de nood een deugd te maken.

“Zakken vol, zielen leeg”, zingt de Antwerpse zangeres Mira in het zinderende lied ‘Shopping Mall’. Het is haar eigentijdse variant op het lusteloos begeren uit het debuut Music-Hall (1916) van Paul van Ostaijen.

https://www.youtube.com/embed/8C8HBKr8-gM

Mira was alvast een relevatie op het netwerkmoment (15 maart 2021) van de organisaties die zich bezighouden met de Vlaams-Nederlandse samenwerking. Jaarlijks organiseren De Brakke Grond, het Nederlands Letterenfonds, Literatuur Vlaanderen, deBuren, de Taalunie en Ons Erfdeel vzw een evenement waar spelers uit het laaglandse culturele veld inspiratie kunnen opdoen en van gedachten wisselen bij een goed glas.

Dit jaar moest het noodgedwongen online. Dat legde meteen de basis voor het thema van de bijeenkomst: welke creatieve ideeën zijn er in deze aanslepende tijden van corona uit de nood geboren? En hoe kunnen we daar, als het virus op een goede dag onder controle is, nog steeds ons voordeel mee doen?

Het project Besmette stad waaraan ook Mira inspiratie ontleende, is er daar een van. “Net als iedereen zaten we die vreemde, gedenkwaardige dag 13 maart 2020 in een wereld die ineens stilviel”, vertelde initiatiefnemer Matthijs de Ridder. Hij was op dat moment druk bezig met het schrijven van een biografie van Paul van Ostaijen, maar alle bibliotheken en archieven gingen dicht. Als voorzitter van de Vlaamse Auteurs Vereniging zag hij ook hoe alle activiteiten voor schrijvers wegvielen. Willem Bongers-Dek van deBuren, die zijn hele activiteitenkalender moest annuleren, nam contact met hem op. Ze staken de hoofden bij elkaar en bedachten een plan.

Artistiek antwoord

Precies honderd jaar voor corona de wereld op zijn kop zette, was Paul van Ostaijen in Berlijn Bezette stad aan het schrijven, zijn evocatie van hoe de wereld duizelde door de Eerste Wereldoorlog. “Onze stad is gelukkig niet bezet maar wel besmet”, zei De Ridder. “Die kleine woordspeling gaf heel veel mogelijkheden om de parallellen te trekken tussen honderd jaar geleden en nu. Het was een aanleiding om op zoek te gaan naar ons eigen artistieke antwoord op wat de crisis betekent voor ons leven en de samenleving.”

Daarvoor zetten de initiatiefnemers dichters, schilders en grafici samen, telkens in Vlaams-Nederlandse duo’s, om door Bezette stad geïnspireerde teksten en beelden te maken. De Ridder en Bongers-Dek begonnen met leesateliers om iedereen wegwijs te maken in Van Ostaijens bundel. “Dat bleek eigenlijk een heel aangenaam soort leesclub, annex stamkroeg, annex ideeënmachine”, vertelde de Van Ostaijenkenner, die er zelf ook nog aardig wat van opstak. “Daar zijn heel veel nieuwe ideeën uitgekomen waar die tekst eigenlijk over gaat, niet alleen honderd jaar geleden maar ook vandaag.”

De rijke opbrengst is te bekijken op www.besmettestad.eu. Het initiatief was de motor voor het Paul van Ostaijenjaar dat nu loopt. “De ambities rijken nog heel ver”, zei De Ridder. Dit voorjaar beginnen er wandelingen door Antwerpen, door corona in individuele vorm, waarbij mensen een begeleidend verhaal op hun telefoon kunnen beluisteren. Later kan het hopelijk ook in groep met gidsen.

Hij ziet ook mogelijkheden om Besmette stad naar het buitenland te brengen. “Paul van Ostaijen schreef zijn boek in Berlijn in de context van de internationale avant-garde die daar verzameld was. We willen er een project van maken dat niet alleen over de Nederlands-Belgische grens maar ook over taalgrenzen heen gaat.”

Je in gratie terugtrekken

Hoe mooi het multimediale Besmette stad ook de online mogelijkheden benut, De Ridder snakte naar het moment dat hij ook in theaterzalen shows rondom Van Ostaijen kan maken. Dat bleek voor velen op de netwerkdag herkenbaar.

“Het is verschrikkelijk om met dertig man in Tuschinski 1 naar een film te kijken”, zei Cees van ’t Hullenaar, directeur van het documentairefestival IDFA. Noodgedwongen moest IDFA het programma goeddeels online laten plaatsvinden. Dat bleef natuurlijk tweede keuze.

Voor IDFA is het essentieel dat makers en publiek elkaar ontmoeten. Het gebeurt in de wandelgangen tussen de voorstellingen door. Online mis je de context en de sfeer van het festival. Maar had het ook voordelen. Het onlinebereik groeide tot 2,3 miljoen. Dat was vooral nieuw publiek. “Ons trouwe, vaste publiek heeft minder gekeken”, vertelde Van ’t Hullenaar. “Nu hopen we dat we volgend jaar de theaters weer in kunnen en dat het oude publiek terugkomt en het nieuwe publiek blijft.”

Ook theatermaker Benjamin Verdonck zou liever in zalen spelen. Maar ook hij wist van de nood een deugd te maken. Met een klein theaterdoosje trok hij naar mensen op bankjes in parken en op pleinen, in wassalons en bij de voedselbedeling en vroeg hen: mag ik u iets laten zien? “Ik mocht toch de straat op omdat ik dermate klein werk bij me had dat ik door de mazen van het net kon glippen”, zei hij. Zijn kleine werk was een zoektocht naar wat het betekent om het minder te moeten doen. Een oefening die niet alleen noodzakelijk is vanwege de coronacrisis maar ook vanwege ons vastgelopen neoliberale systeem, legde hij uit.

Verdonck kwam op plekken waar de mensen de conventies van het theater niet kenden en ook niet verwachten op vermaak, verdieping of verdieping getrakteerd te zullen worden, zoals de reguliere bezoekers. “Hier waren er een heel ander soort behoeften”, vertelde hij. “Mensen zeiden: ik heb al twee maand niemand gezien. Het waren heel rudimentaire, basisuitwisselingen. Ik vond het heel waardevol om die aan den lijve mee te maken.”

De theatermaker verwees naar een gesprek dat hij vijftien jaar geleden in Berlijn had. Iemand had hem toen gezegd: we’re doomed, alles gaat eraan als we zo voortdoen. De man zei ook: we moeten ons gracieus terugtrekken. Verdonck wil oefenen in het in gratie ondergaan en ondertussen doorspelen. Het is wellicht niet meteen een aanbeveling waar een beleidsmaker zijn hart aan kan ophalen, maar dat maakt het geen minder mooie gedachte.

Wat goed is, komt snel

Nieuw publiek vond ook de Schrijverscentrale. “Mensen krijgen zin om te lezen van schrijvers”, vertelde directeur Anne Zeegers. “En dat is hard nodig. Want met de leesbevordering in Vlaanderen en Nederland gaat het niet zo goed.” Normaliter gaan auteurs na bemiddeling door de Schrijverscentrale op bezoek in scholen en bibliotheken, ziekenhuizen en gevangenissen. Jaarlijks regelt de organisatie ongeveer 2.500 contracten voor schrijvers, samen ter waarde van ongeveer twee miljoen euro. “Het zou prachtig zijn als zoiets ook voor andere kunstenaars beschikbaar zou zijn, voor beeldhouwers en theatermakers”, zei Zeegers.

https://www.youtube.com/embed/rn5tmqIANRM

Toen de auteurs plotsklaps noodgedwongen thuis zaten, bedacht de organisatie in een mum van tijd Schrijver op je scherm. Bij de organisatie kon je een persoonlijke videoboodschap bestellen, een live onlinebijeenkomst met een auteur organiseren of kiezen uit een rijke collectie voorleesvideo’s. Het was een doorslaand succes. En het opende mogelijkheden met Nederlandse schrijvers snel naar verre buitenlanden te reizen. Zo ging kinderboekenschrijver Gideon Samson “op bezoek” bij een school in Kuala Lumpur.

Wat goed is, komt snel. Dat ontdekte ook Eveline Aendekerk, de directeur van het CPNB, het marketing- en communicatiebureau van de Nederlandse boekenwereld. “We waren nog bij aan het komen van het boekenbal, dansen op de vulkaan noemen we dat nu, toen op zondag 15 maart de lockdown werd afgekondigd”, herinnerde Aendekerk zich. “Normaal gesproken beginnen wij vijftien maanden van tevoren met een campagne. #ikleesthuis is woensdag 18 maart live gegaan. We hebben nog nooit zo snel de handen op elkaar gekregen. En dat is ook wel weer het mooie van zo’n crisis. Er was een enorm gevoel van: we zitten hier samen in, we moeten er samen de schouders onder zetten.”

https://www.youtube.com/embed/rTaBqp1Xw5U

Via televisie, radio en sociale media riep de campagne in tijden van crisis naar een boek te grijpen om verrijking, verdieping en ontsnapping te vinden. Het was een groot succes. Uiteindelijk telde Nederland tijdens de campagne meer lezers dan Netflix-kijkers.

Collectieve koers

De grote les van #ikleesthuis was in de ogen van Aendekerk dat je bergen kunt verzetten als je samen ergens de schouders onder zet. Als het boekenvak eendrachtig samenwerkt, niet zit te kissebissen over details, dan kan het veel meer bereiken. Nu is de grote vraag: als de coronacrisis voorbij is, gaat iedereen dan weer zijn eigen gang, de eigen stokpaardjes berijden en belangen verdedigen? “De winst is dat we nu met harde cijfers kunnen laten zien dat het werkt als we hetzelfde willen”, dacht Aendekerk.

De campagne die erop volgde – #steunjeboekhandel – was nóg succesvoller. “Heel belangrijk was dat het een handelingsperspectief bood”, analyseerde Aendekerk. “Het gaf mensen het idee: ik kan persoonlijk iets doen in deze tijden van crisis.”

Als een collectieve koers succesvol is, was het dan niet een idee geweest ook aan de Vlaamse broeders en zusters uit het boekenvak te vragen mee te doen? Die timmeren nu aan de weg met de hashtag #langzullenwelezen. Daar had ze op dat moment domweg niet aan gedacht, erkende Aendekerk. Maar voor de toekomst zag ze mogelijkheden. “Als de crisis straks voorbij is, moet er mogelijk een grote onderstroomcampagne komen ter bevordering van het lezen en het kopen van boeken”, zei ze.

En wat voor moois zouden Vlaanderen en Nederland niet kunnen bereiken als ze de handen ineen slaan?

Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.