Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Cirkelen boven goed en kwaad. ‘Wij zijn licht’, het romandebuut van Gerda Blees
0 Reacties
© Keke Keukelaar
© Keke Keukelaar © Keke Keukelaar
recensie
literatuur

Cirkelen boven goed en kwaad. ‘Wij zijn licht’, het romandebuut van Gerda Blees

Een eenvoudig krantenbericht over een overlijden in een woongroep inspireerde Gerda Blees tot Wij zijn licht, een debuut over idealen, en hoe die het beste en het slechtste in de mens naar boven kunnen halen.

Het belangrijkste van een roman? Dat is niet de plot, niet de personages, misschien zelfs niet de vertelstijl, maar het decor, zo doceerde schrijver en dichter Ilja Leonard Pfeijffer eind augustus 2020 in de laatste aflevering van VPRO’s Zomergasten. Er zijn wellicht weinig schrijvers die dat zo openlijk zullen zeggen, maar voor veel romans klopt het wel. Het is vaak het eerste wat een lezer zich herinnert, als hij een bijna vergeten boek uit de kast plukt en overdenkt waar dat ook alweer over ging.

Het decor in Wij zijn licht, het romandebuut van Gerda Blees (°1985), zal ons zeker bijblijven. Blees, die eerder korte verhalen en poëzie publiceerde, las in de zomer van 2017 over het overlijden van een vrouw in een Utrechtse woongroep. Ze ging meer artikelen lezen over het verdachte overlijden, begon te grasduinen op de website van de woongroep, en liet er vervolgens haar tomeloze verbeelding op los. Een ogenschijnlijk fait divers wordt op die manier aangegrepen om de wereld van vandaag bij het nekvel te grijpen, door de geschiedenis van de woongroep Klank & Liefde uit te spitten.

Naast dat duidelijke decor hanteert Blees een vondst die mee de identiteit van het boek bepaalt. Ze vertelt haar verhaal niet louter chronologisch of vanuit het standpunt van een van de bewoners, of een onderzoeker, maar wisselt in ieder hoofdstuk van vertelperspectief. De vertellers die aan het woord komen liggen soms voor de hand, zoals de leden van de woongroep, maar heel vaak ook niet.

Het is de nacht die met het verhaal begint, de nacht die doorgaans zijn geheimen niet makkelijk prijsgeeft, maar deze keer openlijk vertelt over de laatste ademtocht van de graatmagere Elisabeth, terwijl haar al even magere zus Melodie en hun vrienden Muriël en Petrus toekijken. De nacht laat aanvoelen dat hier iets niet pluis is, geen normaal mens komt zo uitgemergeld aan zijn einde.

Daarna nemen nog vierentwintig andere vertellers het verhaal over. De geur van een sinaasappel. Twee sigaretten. Een eenzame cello. Een paar geitenwollen sokken. Maar ook gewoon de ouders van Elisabeth en Melodie, of de woongroep Klank & Liefde zelf, zoals het viertal zich noemde. Vanuit al die perspectieven cirkelt Blees om haar onderwerp heen, en kan ze het vanuit alle denkbare en ondenkbare hoeken benaderen.

De veranderende vertelstijl is tegelijk de sterkte en de zwakte van het boek

Dat betekent ook dat Blees haar vertelstijl vaak aanpast. Dat levert soms ontroerend mooie passages op, in poëtisch proza, waarin ze laat zien wat een meeslepende verteller ze is, vol empathie en met oog voor het veelzeggende detail. Dat is bijvoorbeeld zo in het hoofdstuk waar het lichaam van Elisabeth in het mortuarium onder handen wordt genomen door de patholoog. Hartverscheurend mooi geschreven. Of in het aangrijpende laatste hoofdstuk, waarin het licht zelf aan het woord komt.

Die veranderende vertelstijl is tegelijk de sterkte en de zwakte van het boek, want niet alle vijfentwintig passages zijn even indringend. Als ze speelt met de clichés die de volkse buren van de woongroep uitbraken, is het nog grappig. Maar het hoofdstuk waarin we kunnen meelezen in het Whatsapp-groepje van de twee broers en de zus van Elisabeth en Melodie, lijkt toch eerder een tussendoortje om al het voorgaande even snel samen te vatten. Hier is de ironie, het speelse, de onderliggende laag zo goed als verdwenen. In een ander hoofdstuk doet Blees dat samenvatten nog eens, maar dan wel op een hilarische, zelfkritische manier, als het verhaal zelf aan het woord komt. Veel meer meta kan een roman niet worden. Het verhaal doet een gokje over hoe het zal aflopen (het gokt zelf op een anticlimax) en beklaagt zich even over de onvolmaakte schrijver, die verhaallijnen moedwillig onbevredigend en ambigu neerpent, maar ook over de lezer, die mede schuld heeft aan alle onduidelijkheid waarmee het verhaal kampt. Hadden we onze gedachten maar niet moeten laten afdwalen, of proberen tussen de regels te lezen!

Ons streven om beter te zijn dan de ander, maakt ons soms slecht

Maar tussen de regels lezen, dat is nu eenmaal wat een lezer graag doet, op zoek naar de diepere lagen in een verhaal, die wel worden getoond, maar niet letterlijk beschreven. En dan wordt Wij zijn licht een boek over hoe gewone, eenvoudige mensen pogen een betere wereld voor zichzelf en hun geliefden te creëren. Over idealisme, geloven in het goede, en er alles aan willen doen om dat goede te bereiken, voor jou en de mensen om je heen. Om een hechte groep te creëren, een plek waar je thuis bent.

Maar ook goedbedoelende mensen, of misschien wel nét goedbedoelende mensen, kunnen misleid worden, meegesleept door hun geloof in een andere, mooiere, zachtere wereld. Ze kunnen zichzelf misleiden en als de twijfel toch toeslaat, is het vaak te laat. Dan heb je gedroomd van een betere wereld, maar eindig je op een oncomfortabel luchtbed in een woongroep, en vervolgens ook nog eens op een harde brits in een politiecel.

Want het streven naar goedheid kan ook omslaan in dwang, in misbruik, psychologische terreur. Blees schrijft het niet, maar fileert het wel, en gaat op zoek naar verklaringen. Die vindt ze zowel bij de maatschappij als bij de leden van de woongroep zelf. Ons streven om beter te zijn dan de ander, maakt ons soms slecht. Blees oordeelt niet, ze laat het wel glashelder zien, met altijd de kanttekening dat dingen anders kunnen zijn dan hoe wij ze ervaren. Want wat de realiteit is voor de politie-inspecteur, is dat helemaal niet voor Elisabeth. En zo kan het misschien toch nog goed aflopen, zowel met de leden van de woongroep als met de wereld.

Gerda Blees, Wij zijn licht, Podium, Amsterdam, 2020, 224 p.
Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.