Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Cindy Bakker laat je navigeren op basis van kleuren
0 Reacties
© Peter Cox
© Peter Cox © Peter Cox
kunst

Cindy Bakker laat je navigeren op basis van kleuren

De Nederlandse kunstenaar Cindy Bakker (1989) is bijzonder vertrouwd met de beeldtaal en materialen van massaproductie. Haar ogenschijnlijk abstracte schilderijen, installaties en sculpturen hebben vaak iets herkenbaars, dat je niet gemakkelijk thuis kunt brengen. Kleur speelt daarin een cruciale rol. Momenteel is haar eerste museale solo te zien in de Kunsthal (Rotterdam).

In het midden van een ruimte staat een gigantische gele rechthoek. Als toeschouwers haar ernaar vragen, vertelt Cindy Bakker (1989) dat de rechthoek deel uitmaakte van According to the Rules (2018), een project in kunstplatform Witte Rook (Breda). Ze zegt hen dat de ruimte een voormalige jeugdgevangenis is, en dat de gele kleur dezelfde is als het geel dat ambulances zo herkenbaar maakt.

Andere toeschouwers hadden die uitleg liever niet gewild, is Bakkers ervaring. Je kunt namelijk evengoed gewoon genieten van zo’n grote, gele rechthoek in het midden van de kamer. Je mag je overgeven aan de abstractie en daaraan je eigen invulling geven.

Ingrijpen in de ruimte

Voorlopers in de abstractie zijn nooit ver weg bij Bakker. Je zou kunnen denken aan minimal art en aan iemand als Ellsworth Kelly (1923-2015), een Amerikaan die op het snijvlak van schilder- en beeldhouwkunst werkte. Bakker ziet hem als een van haar grootste helden. Ze is enthousiast over hoe zijn beelden met overzichtelijke vormen en slechts één of twee kleuren een flinke ingreep zijn in de ruimte; vrij recent bijvoorbeeld in de beeldentuin van het Rijksmuseum (Amsterdam) in 2021.

Er zijn redelijk wat overeenkomsten tussen Kelly en Bakker: dat ze zich tussen ruimtelijk en plat werk bewegen bijvoorbeeld. Ze gebruiken ook allebei effen aangebrachte kleuren, die eerder machinaal dan expressief ogen.

Kelly liet zijn werk vaak op industriële wijze produceren, vanwege de soms enorme formaten. Ook Bakker neemt steeds vaker haar toevlucht tot uitbesteden, bijvoorbeeld voor haar grootschalige publieke installatie The Splash (2021; te zien geweest in de openbare ruimte van Rotterdam). De grote kleurvlakken vallen op, maar volledig abstract zijn ze niet: je herkent er direct een zwembad in.

Bakker beschouwt zichzelf ook niet als een abstracte kunstenaar, noch als een figuratieve. Sterker nog: ze betwijfelt of dat onderscheid überhaupt bestaat. Haar kunst is immers vaak geïnspireerd op de buitenwereld, al zie je dat misschien niet direct terug. Het kan even duren voordat je dat geel van According to the Rules herkent (of je vraagt jezelf de rest van de dag af waarom het zo bekend voor kwam). Bakker geeft immers niet de ambulance zelf weer, maar alleen die kleur. Of om preciezer te zijn: het signaal dat die kleur afgeeft.

Kleuren hebben een grote invloed op hoe je je door het dagelijks leven navigeert. Een groene rechthoek herken je vrijwel direct als een prullenbak. Je reactie op rood is zo primair dat je weet dat je voorzichtig moet zijn – dus rem je voor dat stopbord. Maar weet je dat ook nog zodra je diezelfde kleuren in een expositieruimte ziet, zo goed als ontdaan van alle context? Dat is een spanningsveld dat Bakker intrigeert.

De beeldtaal van massaproductie

Een ander terugkerend vraagstuk: kun je eigenlijk autonome kunst maken als je de beeldtaal van massaproductie en -design gebruikt? Voordat ze haar master Fine Art behaalde aan de AKV St. Joost (Den Bosch), studeerde Bakker Lifestyle & Design aan de Willem de Kooning Academie (Rotterdam). Design was haar daardoor zeer vertrouwd, maar de autonome kunst was grotendeels onbekend terrein. Een schilderij opspannen had ze nog nooit gedaan voordat ze aan haar master begon.

Bakker ziet zichzelf als iemand die objecten maakt en daar de juiste materialen voor zoekt

Tijdens die twee jaar werd ze bijgespijkerd in praktische zaken, maar ook kunsttheorie. Ze begon ondertussen de mogelijkheden van de beeldhouw- en schilderkunst te verkennen, maar nooit is ze echt gaan denken als een schilder. Veel sterker ziet ze zichzelf als iemand die objecten maakt en daar de juiste materialen voor zoekt. Die zijn soms ongebruikelijk in de kunst. Wil ze bijvoorbeeld een glimmend oppervlak? Dan heeft ze rubber of gietacrylaat nodig.

Blauwgele slangen in het landschap

Bakker houdt ervan om verschillende media door elkaar te laten lopen. Als toeschouwer ga je twijfelen of je nu te maken hebt met een sculptuur, een installatie, een schilderij of een designstuk. En als iemand dan zegt dat die zelf ook best zoiets had kunnen maken, vindt Bakker dat best een compliment. Dat iets zo eenvoudig is betekent ook vaak dat het een grote kracht heeft. Als voorbeeld noemt ze de NS. De visuele identiteit van de Nederlandse spoorwegvoerder wordt sterk bepaald door de combinatie van geel en blauw.

Ze vergelijkt NS-treinen met enorme slangen die door het landschap glijden, nota bene in twee kleuren die eigenlijk met elkaar vloeken. Toch is dat een vreselijk vertrouwd tafereel voor veel mensen, juist omdat die combinatie direct opvalt. Zo’n trein is uiteindelijk ook een object dat de ruimte om zich heen naar zijn hand zet. Op de beweging na is er misschien niet zo’n groot verschil tussen een NS-trein en een sculptuur van Ellsworth Kelly in de buitenlucht.

Eenvoud kan zelfs zo krachtig zijn dat er een ontregelend effect ontstaat. Een van Bakkers bekendste exposities is een solopresentatie in kunstruimte TAC (Eindhoven), onder de titel Copy Paste (2020). Daar hingen verschillende schilderijen, maar de grootste blikvangers waren de felgele bollen op de vloer. Ze waren geënt op soortgelijke objecten op parkeerplaatsen, maar dan van beton, die ongewenste ingangen blokkeren.

Als je zo’n vorm herhaalt krijg je een heel vreemd landschap. Bakker greep zo behoorlijk in in de ruimte. Sindsdien is ze vaker gevraagd voor dergelijke projecten. Een ander gevolg: ze heeft regelmatig foto’s toegestuurd gekregen van dergelijke bollen, die veel mensen eerst helemaal niet opvielen.

Geen klimmuur

Zo’n omslag in mijn kijken heb ik wanneer Bakker vertelt over haar eerste museale solo, die nu te zien is in de Kunsthal, in haar woonplaats Rotterdam. Het startsein voor haar maakproces was de kleur oranje. Die keert constant terug in zowel de merkidentiteit als het gebouw zelf.

Opeens valt op hoeveel oranje er eigenlijk is: bordjes met praktische informatie, maar ook de matchende sjaal en muts van de vrouw die net binnen komt lopen. De kleur werd het startschot voor het maakproces van Bakkers installatie PLAY (2022).

Het kunstwerk is te zien in een langwerpige, hoge ruimte. Die oogt meer als een gang dan een traditionele tentoonstellingszaal: één “gewone” wand en parallel daaraan een van glas. Niets is recht, waardoor je via een soort helling naar boven en beneden gaat. Bakker moest daarom denken aan een boulderhal, met klimmuren die bezaaid zijn met typische, gekleurde hand- en voetgrepen.

Het lijken abstracte vormen, mede door die kleuren, maar ze zijn juist een heel concrete vertaling van de functie die ze vervullen. Je moet er immers je voeten op kunnen zetten en de verschillende kleuren moeten verschillende routes aangeven, afhankelijk van je klimniveau. Bakker heeft aan de muur van “haar” ruimte gekleurde vormen bevestigd die direct aan die muren doen denken. Zo groot is het verschil niet met de Kunsthal, waarbij je ook een aantal routes volgt: van zaal naar zaal, van expositie naar expositie.

Vanwege de associatie met een klimhal zijn er verschillende bezoekers met hun volle gewicht aan een object gaan hangen. Dat blijkt veel kwetsbaarder te zijn dan je zou denken: wat hout lijkt, is in werkelijkheid piepschuim met heel wat coatinglagen. Bakker wilde namelijk dat de objecten zo strak lijken als de lak op een autodeur. Ze betreurt de beschadigingen, maar kan er ergens toch ook wel om lachen: ze past de beeldtaal van massaproductie blijkbaar zo goed toe dat niet iedereen er nog kunst in herkent.

Op 11 februari houdt Cindy Bakker een artist talk tijdens Art Rotterdam. Haar installatie PLAY is tot en met 26 februari te zien in de Kunsthal (Rotterdam). In het voorjaar van 2023 wordt een nieuw kunstwerk in de openbare ruimte onthuld, in een park in Amstelveen. Tijdens het Amsterdam Art Weekend 2023 heeft ze een solo-expositie waarin ze buitenwerk laat zien, in de tuinen van Galerie Bart (Amsterdam).

Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.