Met Bult schreef Marieke De Maré een dromerig, poëtisch verhaal over hoe mensen die naast elkaar leven op den duur toch tot elkaar komen, omdat ze nu eenmaal dezelfde wereld delen, met gelijkaardige dromen, verlangens, trauma’s en angsten.
De grote woorden uit deze inleiding staan niet in Bult, de debuutroman van de West-Vlaamse Marieke De Maré. Haar verhaal is veel subtieler, de grote thema’s die ze aanhaalt worden verpakt in een minimalistisch, kwetsbaar verhaal dat zich afspeelt in een kleine, intieme gemeenschap: drie mensen die wonen op een bult, een stulp in het landschap die nauwelijks een heuvel mag worden genoemd.
Aan de ene kant van de straat wonen twee vrouwen, een oude vrouw en een jongere vrouw. Ze wonen in aanpalende huizen die ooit van twee broers waren, daarom zit er tussen de huizen een gat in de muur. Aan de overkant woont een oudere heer, met als belangrijkste eigenschap dat hij iedere dag op stap gaat met een nachtvlinderhond.
Het uitgangspunt van 'Bult' is verraderlijk eenvoudig, maar er schuilt een wereld achter die De Maré geduldig tot ons laat komen
De jonge vrouw, die als laatste op de bult is komen wonen, gaat op bezoek bij haar oudere buurvrouw met de vraag om een gemene haag tussen hun tuinen aan te leggen. Zo hoopt ze toch op een beetje privacy, want ze koos de plek voor de rust, voor de stilte, voor de zachtheid van weinig prikkels. Dat lijkt ook aardig te lukken, want op de bult gebeurt niet zo gek veel. Er wordt gewandeld, taart gebakken en in de verte getuurd, en niemand bemoeit zich met andermans zaken, of zo lijkt het toch.
Dat is het uitgangspunt van Bult. Het is verraderlijk eenvoudig, maar er schuilt een wereld achter die De Maré geduldig tot ons laat komen, als een druppelteller die beetje bij beetje vloeistof lost. De Maré doet dat in een poëtische taal, sommige fragmenten lijken meer op poëzie dan proza. Dat zet aan tot traag en aandachtig lezen, en dat is ook aangeraden, want wie te snel gaat kan wel eens een hint missen. Die worden kwistig rondgestrooid, maar wel subtiel, versluierd in het verhaal van de jonge vrouw en haar metgezellen op de bult.
De setting is kaal, als in een theatervoorstelling waar de spelers alleen hun stem nodig hebben om te overtuigen
Zo komen de grote thema’s van het leven toch opborrelen, onvermijdelijk, met de dood als belangrijkste. De dood van de moeder, met name, een lot dat alle drie de bewoners van de bult heeft getroffen. Maar hoe ze daar mee omgaan, hoe bepalend het is geweest voor hun verdere leven, is wel verschillend. Maar ook weer niet helemaal. Een poëtische ziel als De Maré boetseert met dat materiaal een kleinood dat even kwetsbaar en even sterk is als haar personages.
De dromerige passages, zeker die over de dood, doen bij momenten denken aan Verdriet is het ding met veren van Max Porter, de vertelstijl is verwant aan Waarvan wij droomden van Julia Otsuka. Het is indringend, precies omdat de kleine voorvallen, de terloopse ideeën zo bepalend zijn. Het overgrote deel van de boze buitenwereld lijkt wel buitengesloten. Er zijn alleen deze drie mensen op de bult, er is haast geen ruis van de buitenwereld. Er spelen geen opdringerige televisies, er knetteren geen ringtones. Hier zijn gewoon drie mensen en een houten bank in de verte die zijn geheim nog moet prijsgeven. Alleen de zus van de jonge vrouw en haar ‘lichtgevende’ kinderen komen af en toe eens de vrede verstoren, maar dat heeft zo zijn redenen.
Die beperkte wereld geeft het verhaal wat sprookjesachtig. De setting is kaal, als in een theatervoorstelling waar de spelers alleen hun stem nodig hebben om te overtuigen. Die bewust kale setting gaat uitstekend samen met het zuinige taalgebruik van De Maré, die combinatie versterkt het verhaal. Soms zijn er niet veel woorden nodig om een wereld te scheppen, een verhaal te vertellen, het is net als het leven zelf zoeken naar dat juiste punt tussen te veel en te weinig. Marieke De Maré vond dat punt, en laat ons in Bult
meekijken door de blik van drie mensen die zelf ook op zoek zijn naar dat subtiele evenwicht tussen te weinig en te veel.
Marieke De Maré, Bult, Uitgeverij Vrijdag, Antwerpen, 136 p.