Breng musea en activisten samen, en ze creëren echte verandering
Kan klimaatactivisme een thuis vinden in een museum? Ja, zeggen leden van Extinction Rebellion. Ook steeds meer musea zien brood in een samenwerking. ‘Activisten kunnen ons een spiegel voorhouden.’
Hét kopstuk van Protest, Processie en Parade, een recente tentoonstelling in het Zeeuws museum over activistische banners, was De vaandeldrager. Het meesterwerk van Rembrandt kreeg een belangrijke plaats in de expo, maar werd wel omgeven door kleurrijke vlaggen en kartonnen borden, met opschriften als “De crisis is nu” en “We can’t eat money”.
© Zeeuws Museum
Een nieuwe stunt van klimaatactivisten? Ja, maar de leden van onder andere Extinction Rebellion en Grootouders voor het Klimaat handelden wel met toestemming van het museum. Ze waren uitgenodigd door curator Ivo van Werkhoven, voor wie die samenwerking noodzakelijk leek. “De Nederlandse regering had De vaandeldrager aangekocht voor 175 miljoen euro, een gigantisch bedrag. Daar was best wat ophef over. En net op het moment dat wij het werk in bruikleen kregen, begonnen activisten van Just Stop Oil zich overal aan de glasplaten voor schilderijen vast te lijmen en met soep te gooien. Eerder dan afkeurend te reageren, besloten wij met de actiegroepen in dialoog te treden en ruimte voor hen te maken.”
De gesprekken die volgden zijn een mooi voorbeeld van hoe klimaatactivisten en musea de afgelopen jaren steeds meer de samenwerking opzoeken. Naast het Zeeuws museum, dat samen met hen workshops organiseerde, heeft Exctinction Rebellion intussen ook mogelijke projecten besproken met enkele Brugse musea, de Vlaamse Museumraad, en het Network of European Museum Organisations (NEMO).
Verantwoordelijkheid
Die initiatieven staan in scherp contrast met de gespannen relatie die musea en activisten er doorgaans op nahouden. De meeste acties van klimaatactivisten kunnen voorlopig op weinig steun rekenen van de kunstwereld zelf. Musea reageren afkeurend wanneer activisten er een witte vloer besmeuren of zich vastlijmen aan de omlijsting van een schilderij. Dikwijls zien de instellingen zichzelf daarbij als slachtoffer.
© Collectie Rijksmuseum Amsterdam
“Musea willen hun bezoekers, personeel, gebouwen en kunst beschermen”, zegt Caroline Breunesse, voorzitter van de Nederlandse afdeling van het International Council of Museums (ICOM). “Dan is het schrikken als er opeens activisten binnenlopen en met vloeistoffen beginnen te gooien.” Het recentste incident in de Londense National Gallery, waar twee leden van de Britse ngo Just Stop Oil het beschermingspaneel van een schilderij van Diego Velázquez beschadigden, ligt nog vers in het geheugen. “Wij zullen zulke acties altijd afkeuren. Dat strookt niet met wie wij zijn.”
Die uitspraak – en de houding van heel wat musea tegenover interventies door klimaatactivisten – wringt enigszins met een statement dat het ICOM vorig jaar op zijn site maakte, naar aanleiding van acties van Just Stop Oil. Daarin zegt het instituut onder meer dat musea een rol te spelen hebben in het vormgeven van een duurzame toekomst, en dat moedige acties nodig zijn om de aardopwarming af te remmen. “Wij erkennen de zorgen rond het klimaat”, zegt ook Breunesse.
© Kolpen / X
Rebekka Eschauzier, die als lid van de Gentse Extinction Rebellion-groep betrokken was bij de opstart van diverse partnerschappen, ziet in ieder geval veel nieuwsgierigheid en belangstelling bij musea. “Sommige musea zouden het liefst politiebescherming voor hun deur hebben om klimaatactivisten te weren, maar dat is niet het hele plaatje. Veel musea willen hun verantwoordelijkheid opnemen en hun maatschappelijke rol inzetten.”
Kritische doorlichting
Door samen te werken met activisten kunnen musea hun maatschappelijke houding in vraag stellen en veranderen. Uit de gesprekken tussen Extinction Rebellion en Grootouders voor het Klimaat en het Zeeuws museum bleek dat het museum kritisch naar zichzelf moest kijken, zegt Ivo van Werkhoven. “Klimaatactivisten kunnen musea een spiegel voorhouden. Want ondanks de maatschappelijk relevante kunst die aan de muur hangt, is er bij musea zelf vaak nog veel werk aan de winkel voor een duurzame basis.”
Op duurzaamheid valt inderdaad nog veel aan te merken. Musea produceren nog veel afval, het transport van kunstwerken is dikwijls niet groen en gebouwen zijn vaak oud en slecht geïsoleerd. En: de museumsector is grotendeels opgebouwd met geld uit vroegere kolonies of de fossiele industrie. Private sponsoring door bedrijven als TotalEnergies is niet uitzonderlijk – en volgens sommige musea zelfs noodzakelijk voor hun voortbestaan. Het Zeeuws museum laat zien dat het anders kan, door zijn sponsorbeleid aan te passen en sponsors voortaan op duurzaamheid te gaan toetsen.
‘Ondanks de maatschappelijk relevante kunst aan de muur, is er bij musea zelf vaak nog veel werk aan de winkel voor een duurzame basis’ – Ivo van Werkhoven, Zeeuws museum
Een kritische doorlichting van de interne werking is inderdaad een eerste stap, meent Derk Loorbach, hoogleraar sociaal-economische transities aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij en zijn team onderzoeken hoe organisaties en bedrijven zogeheten transitieprocessen kunnen inzetten voor een rechtvaardiger en duurzamer toekomst.
“Wij bestuderen welke mechanismen voor verandering kunnen zorgen in bepaalde structuren. Het kan dan gaan om een crisis: een pandemie, overstromingen, hittegolven, technologische disruptie of geopolitieke conflicten. Maar het kan ook van binnenuit, zonder zo’n intense externe factor. Daarvan is activisme een mooi voorbeeld. De rol van protest is cruciaal in transities. Het is een soort koevoet die het systeem openbreekt.”
Begin dit jaar was Loorbach betrokken bij een duurzaamheidsadvies voor de Nederlandse Raad voor Cultuur. Daar concludeerde hij dat de cultuursector dringend toe is aan vernieuwing. Op dit moment willen veel musea innoveren en verduurzamen, maar zonder hun blik van het heden los te wringen. Ze zitten vast in een economisch model dat niet toekomstbestendig is, klinkt het.
© Zeeuws Museum
Loorbach pleit ervoor af te stappen van de neutrale houding waaraan ze vasthouden. “Als je onderdeel bent van een systeem dat faalt, dan is neutraal niet objectief maar net erg normatief en problematisch. Het wordt tijd dat meer partijen hun houding fundamenteel gaan bevragen, of ze verliezen binnenkort hun relevantie.”
Tegelijk ziet Loorbach de implicaties van wat Extinction Rebellion eist. “Fossiele subsidies afzweren betekent voor veel musea dat ze de deuren moeten sluiten. Het is logisch dat activisten het meest wenselijke doel als uitgangspunt kiezen, maar die eisen zijn erg zwart-wit en er is weinig ruimte voor compromissen of nuance. Dat maakt het soms moeilijk om een samenwerking in stand te houden.”
Verbeelding als bindmiddel
Is een publiek gebouw wel de plek om burgerlijke ongehoorzaamheid te faciliteren? Volgens Loorbach wel. Musea moeten hun verantwoordelijkheden zien en daarnaar handelen, zegt hij. “Waar ze nu tegenaan lopen, net als overheden en bedrijven, is een gebrek aan verbeeldingsvermogen. Het vermogen om met het kleinste idee aan de slag te gaan, dat uit te proberen en vanuit het experiment iets te laten ontstaan, net als kunstenaars dat doen. Daarvoor zouden musea hun deuren moeten openen.”
“Om een transitie in te zetten, moeten we nadenken over een wereld in de toekomst”, vult Eschauzier aan. “Alleen verbeelding stelt ons in staat zoiets groots te behappen. Musea zijn per definitie huizen van verhalen. Zij kunnen mee de urgentie vertolken en aanzetten tot actie.”
© Karl Delandsheere / Extinction Rebellion
Loorbach ziet mogelijkheden voor transitie-ateliers: ruimtes waar activisten, media, musea en radicale makers hun krachten bundelen om veranderingen te laten plaatsvinden. Een plek waar kunstenaars en activisten met kunst en erfgoed overheden scherp kunnen houden. Waar musea hun deuren openzetten voor de maatschappij om samen na te denken over de klimaatcrisis en hoe we samen willen leven.
‘Veel musea willen hun verantwoordelijkheid opnemen en hun maatschappelijke rol inzetten’ – Rebekka Eschauzier, Exctinction Rebellion
“Musea willen autonoom zijn en geen praatpaal van het beleid”, zegt Loorbach. “Hier hebben ze een kans om maatschappelijke vernieuwingsprocessen mee in gang te zetten. Ze kunnen de regie nemen – iets wat de overheid niet kan of wil doen. Idealiter doen ze dat samen met wetenschappelijke instellingen. Ook zij functioneren als een soort van neutrale plek.”
“Een museum functioneert als megafoon voor het verhaal dat wij willen vertellen,” vult Eschauzier aan, “een sociaal-ecologisch verhaal waarin overheden hun verantwoordelijkheid nemen en wetenschappelijke waarheid de leidraad is. Met een samenwerking kunnen wij vanuit Extinction Rebellion laten zien dat we geen halve wilden zijn die ons overal aan vastplakken of dingen blokkeren. Er gaat veel overleg en zorg vooraf aan onze acties.”
Meer dan ooit hebben musea en activisten elkaar nodig. Het is de kunst om elkaar te vinden.