Blep, sploot en zoomies: internetkatten laten hun pootafdrukken na in woordenboeken
Aan het gewoel van memes is een nieuwe taal ontsproten. Internetkatten en -honden gebruiken lolspeak om hun baasjes aan te spreken. Waarna die er zelf mee aan de haal gaan. Hoe lang duurt het nog voor Van Dale een extreem pluizige hond floofy noemt?
Iedereen die weleens over het internet surft of gebruik maakt van sociale media kent ze: plaatjes of filmpjes met een grappige tekst die als internetmemes rondzingen. Op veel van die plaatjes staat een kat of hond afgebeeld die commentaar levert op zijn hooman of de wereld in het algemeen, altijd in het Engels. “Feed me, u stoopid hooman!” of “Hey, hooman, let meh in!”
Als late adopter van sociale media viel me pas onlangs op dat de teksten op dergelijke plaatjes taalkundige bijzonderheden bevatten. Ze zijn regelmatig en onderworpen aan behoorlijk vaste taalregels.
Helemaal bijzonder is dat de Engelse dialectwoorden van de katten en honden door hun hoomans
worden overgenomen, ook door Nederlandstaligen. Sommige van die woorden staan inmiddels in Engelse (digitale) woordenboeken. Mijn voorspelling is dat enkele over een tijdje ook in Nederlandse lexicons zullen doordringen.
Wat zijn nu de bijzonderheden van het Engelse katten- en hondendialect en waar komt dat taalgebruik vandaan?
Kattenbijbel
Internetmemes met katten bestaan sinds 2005. In dat jaar ging de site 4chan op zaterdag grappige kattenplaatjes plaatsen. Die dag van de week werd omgedoopt tot Caturday: Saturday renamed for cat lovers. Inmiddels is een hele merchandising opgetuigd rond het motto “Every day is Caturday”.
De kattenmemes kregen in 2006 de naam lolcats of LOLcats, met lol
als acroniem van laugh out loud. Ruime bekendheid kregen de lolcats dankzij de website I Can Has Cheezburger – ICHC onder kenners – die in januari 2007 werd opgericht. Omdat de wereld zoals bekend is verdeeld in katten- en hondenliefhebbers, lieten de loldogs niet lang op zich wachten. Die ontstonden rond 2010.
© Huldra90
De groeiende internetgemeenschap die lolcats en loldogs ontwierp en deelde, bedacht ook het bijzondere, herkenbare taalgebruik van de katten en honden. Anders dan bij kunsttalen als Esperanto was hier niet één bedenker. De taalkenmerken ontstonden in interactie tussen de gemeenschapsleden.
De resulterende nieuwe taal kreeg de naam lolspeak. Die lolspeak wijkt duidelijk af van de sms-taal of chattaal die binnen de sociale media is ontstaan. Al heeft ze daar ook enkele kenmerken mee gemeen, zoals een voorkeur voor cijferuitspraak (w8, ask 4) en letteruitspraak (u voor “you”).
Team kat noemt het specifieke dialect van de katten lolcat of CattoLingo. Team hond spreekt van DoggoLingo, ook wel doggotalk, dogspeak, woof, bork en het weinig appetijtelijke wocacop, een pseudowetenschappelijk acroniem van “Web-Originating Canine Communication Protocol”. Typerend voor DoggoLingo is de uitdrukking “I can has a hot dog”, als tegenhanger van CattoLingo “I Can Has Cheezburger”.
Inmiddels stroomt het internet over van de lolcats en loldogs. Om wie bang is voor ontlezing gerust te stellen: er verschijnen ook boeken. Zo publiceert Professor Happycat een hele reeks titels als How to Take Over Teh Wurld: A LOLcat Guide 2 Winning, en verscheen vorig jaar de LOLcat Bible: In teh beginnin Ceiling Cat maded teh skiez an da Erfs [earth] n stuffs.
In deze Bijbel wordt God consequent weergegeven als Ceiling Cat, Basement Cat staat voor de duivel en Happy Cat voor Jezus. De vertaling wordt aangeprezen als “For the first time ever, LOLCat Bible brings the good news to your feline friends in their native LOLSpeak”. De Bijbelvertaling bevat onder andere de memorabele regels:
Giv us dis day our dalee cheezburger
and furgiv us for makin yu a cookie, but eateding it
and we furgiv wen cats steel our cookiez.
Mijn twee katten konden overigens hun ogen niet openhouden toen ik een stukje uit deze Bijbel voorlas. But hay, they r kats, arent they?
De honden zijn niet vergeten: voor hen verscheen onder andere LOLdogs: Teh Most Funyest, Cutest Internet Puppiez.
Pawsitively purrfect
Lolspeak heeft een aantal bijzondere kenmerken. Zo zijn de werkwoordsvormen vereenvoudigd (I can has, I are) en onregelmatige vormen worden door regelmatige vervangen (eated in plaats van ate). De katten en honden blijken moeite te hebben met de Engelse uitspraak, vergelijk tripz – trips, waterz – waters, gib – give en foob – food.
Ook spelling is niet hun fort, misschien omdat hun pootjes niet geschikt zijn om te tikken. Ze schrijven teh voor the, doge voor dog, chimken
voor chicken en humnger voor hunger. Deze voorbeelden zijn niet incidenteel maar systematisch.
Alle samenstellingen waarvan een woorddeel in klank gerelateerd kan worden aan een woord uit de katten- of hondenwereld, worden volgens dat woord gespeld. Vergelijk:
Met name DoggoLingo heeft een voorkeur voor een grammaticale constructie met do a of doing a: do a concern “bezorgd zijn”, do a gib “geven”, do me an educate “leer me”, doin” me a frighten “aan het schrikken brengen”.
Het is allemaal een vrolijk spel met de Engelse taalregels. Inmiddels zijn er al enkele artikelen en scripties verschenen over de bijzondere taalkundige aspecten van lolspeak, al staat het onderzoek nog in de kinderschoenen.
Net als Standaardengels is lolspeak aan regels onderworpen. Dat blijkt uit het feit dat er op het internet inmiddels verschillende lolcat translators actief zijn, onder het motto: “Communicate with your pet dog or cat. Docta dolittle eat ur hart out!” Iedere translator blijkt overigens te vertalen naar een eigen lolspeak-dialect.
Neologismen in de dop
Ook de woordenschat van de honden en katten blijkt al danig gestandaardiseerd. Het was vrij gemakkelijk om op het internet een lijst van meer dan tweehonderd lolspeak-woorden te verzamelen. Meestal gaat het om weinig meer dan een spellingsvariant of een tikfout van een bestaand Engels woord, zoals angery
voor angry en atacc voor attack. Die zullen geen onderdeel worden van het Standaardengels. Ze zijn voor het Nederlands niet relevant.
Dat we veel leenwoorden uit het Engels overnemen is bekend, maar nemen we ook lolspeak-woorden over?
Andere woorden zijn neologismen in het Engels. Ik was benieuwd of die woorden ook in Nederlandse context voorkomen. Dat we veel leenwoorden uit het Engels overnemen is bekend, maar nemen we ook lolspeak-woorden over?
Om die vraag te beantwoorden heb ik bekeken of Nederlandstaligen deze woorden gebruiken in real life, buiten de internetmemes, in bijvoorbeeld Nederlandse berichten op het internet of op Twitter. Dat bleek voor de volgende twintig lolspeak-woorden het geval.
blep, klein stukje tong dat een kat of hond uit zijn bek laat hangen. Ontleend aan lolspeak blep en gevormd als klanknabootsing, naar het bijbehorende smakkende geluidje. Bij honden spreekt men ook wel van blop, en één informant op Twitter schrijft: “blep is van een kat, blop een hond en blup een ander dier. Daarbij heb je ook nog mlem waarbij de tong de neus raakt.” Zie mlem.
borkdrive, het blaffend wild heen en weer rennen van een hond: bork is DoggoLingo voor bark “blaffen”, klanknabootsend gevormd, en drive betekent in het Engels “rennen, voortjagen”. Vaker wordt gesproken van zoomies.
cattitude, een hooghartige kat, een kat met een attitude. Samentrekking van Engels cat en attitude.
chonk, mollige, gedrongen, wat te dikke kat of hond. Gevormd van Engels chunk “kort en gedrongen mens of dier”.
chonky, mollig, gedrongen (van kat en hond). Gevormd van Engels chunky “kort en gedrongen”; op Twitter: “de kat van mijn stiefbroer is zo fuckinmg chonky”.
derp, gekke gezichtsuitdrukking of actie van een hond; een hond die een dergelijke gezichtsuitdrukking of actie vertoont, gedraagt zich derpy. Op Twitter schrijft iemand: “ik kan alleen maar lachen om hoe derpy deze hond kijkt”. Derp is ontstaan als klanknabootsende uitroep, vergelijkbaar met duh. De bedenkers van het woord derp zijn bekend: het zijn Trey Parker en Matt Stone, die het woord introduceerden in de filmkomedie Baseketball uit 1998 en vervolgens gebruikten in hun satirische animatieserie South Park
voor een irritant, stom iemand: “What a derp!” Vandaar drong het woord door in DoggoLingo en kreeg daar de specifieke hondenbetekenis.
doggo, liefkozende benaming voor een hond. Aan het Engelse woord dog “hond” werd de uitgang -o
toegevoegd, een procedé dat vaker voorkomt in lolspeak, vergelijk de (niet door het Nederlands overgenomen) woorden catto “kat”, snacco “snack”, treato
“lekkernij” (van treat). Die uitgang kwam in het Engels al eerder voor in afleidingen, vergelijk dumbo “dombo” (1951) en fatso “vetzak” (1943).
floof, pluizige kat of hond, ook wel kat of hond in het algemeen. Spelvariant van het Engelse fluff “pluisje, dons”.
floofer, fluffer, grote, harige hond. Afgeleid van het Engelse fluff “pluisje, dons”.
floofy, met veel pluizig haar (gezegd van een hond); op Twitter bijvoorbeeld: “zijn pootjes zijn al heel dik en floofy”. Spelvariant van het Engelse fluffy “pluizig”.
hooman, de vaste manier waarop katten en honden spreken over hun baasje ofwel hun human, of beter gezegd: hoe de baasjes dénken dat hun katten en honden hen toespreken; op Twitter: “Ik ga dood van de honger hooman! Regel eten!”
huispanter, zwarte kat. Vertaling van CattoLingo house panther.
koekjes maken, het kneden van een kat. Vertaling van CattoLingo make biscuits als metaforische beschrijving van het kneden van de kat; make air biscuits wordt gezegd als de kat op zijn rug kneedt met de pootjes, en dat wordt wel in het Nederlands vertaald als luchtkoekjes maken.
mlem, hele tong die een kat of hond uit de bek laat hangen of waarmee de kat of hond slobberig likt. Ontleend aan lolspeak mlem en gevormd als klanknabootsing van het slobberende geluid. Als maar een klein stukje tong zichtbaar is, spreekt men van blep.
moordwanten, poten van een kat met uitgestoken nageltjes. Vertaling van CattoLingo murder mittens.
pupper, pupperino, kleine of jonge hond. Afleiding van het Engelse pup(py) “jonge hond”.
sploot, houding van een kat of hond die op zijn buik ligt en de achterpoten plat achteruit gestrekt houdt. Het woord zal wel een afleiding zijn van het Engelse split “spleet, spagaat” of splat “klets, het geluid waarmee iets nats op de grond valt”, met een klankverandering die vaker in lolspeak voorkomt (vergelijk bork(drive), hooman, floof).
vliegtuigoortjes, plat achteruit gedraaide oren van een kat (gericht naar de geluidsbron), waardoor ze lijken op de vleugels van een vliegtuig. Vertaling van CattoLingo airplane/aeroplane ears.
woefer, benaming voor een grote hond. Van DoggoSpeak woofer, een afleiding van het klanknabootsende Engelse woof “blaffen”; in het Nederlands is het woord aangepast aan woef, waarmee het blaffen van een hond wordt aangeduid.
zoomies, het als een gek heen en weer rennen van een kat of een hond, in het Nederlands ook wel omschreven als de gekke vijf minuten. Afgeleid van het Engelse zoom
“hard rijden of rennen”. Op Twitter: “Mijn hond vindt 5 voor 12 ‘s nachts blijkbaar de perfecte tijd om de zoomies te krijgen”; “Deze finale kijken met een kat die de zoomies heeft is zenuwslopender dan om t even wat”.
De toekomst zal leren welke van deze twintig woorden daadwerkelijk als neologismen in Nederlandse woordenboeken worden opgenomen. Hoge ogen gooien wat mij betreft de pakkende leenvertalingen vliegtuigoortjes en koekjes maken, en woorden als zoomies, sploot, blep, mlem en derp, waarvoor in het Nederlands alleen maar omschrijvingen bestaan.
Meer dan 40 procent van de Nederlandse en Vlaamse huishoudens heeft een kat of hond als gezinslid. De dieren vormen een belangrijk gespreksonderwerp. Geschikte woorden zijn dus hard nodig. Heck yes! What the fluff!