Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

‘Ben jijzelf ook zo?’
0 Reacties
© Helena Lopes
© Helena Lopes © Helena Lopes
column Thomas Heerma van Voss
literatuur

‘Ben jijzelf ook zo?’

Schrijven is jezelf openstellen voor anderen, gelooft Thomas Heerma van Voss. Dat lukte wonderwel tijdens een recente leesclub – met dank aan een goedlachse gespreksleider.

In mijn ouderlijk huis vond ik tijdens het opruimen een beduimeld exemplaar van Hermans’ Nooit Meer Slapen. Op een andere stapel: het aan flarden gelezen verzameld werk van Elsschot. Reves Werther Nieland, verhalen van Nescio. Ik liet de boeken door mijn handen gaan en was terug bij vijftien jaar geleden, toen mijn vader me deze exemplaren uitleende en van mij een lezer maakte. Het gevoel van destijds kwam weer even omhoog, hoe begaan ik raakte bij deze verhalen, die geweldige nieuwe sensatie: helemaal in een boek kunnen verdwijnen.

Hoewel lezen natuurlijk altijd een individualistische bezigheid is geweest, krijg ik soms de indruk dat er meer en meer over gepraat wordt. Of in elk geval op steeds nadrukkelijkere, meer gealarmeerde ondertoon. Sinds enkele jaren wordt er een boekenweek voor jongeren georganiseerd, waarbij schrijvers langs scholen trekken om leerlingen te bekeren: “Ik ben hier niet om te vertellen dat lezen moet, maar probeer het eens! Je wereld is groter dan het venster van je mobieltje.”

Ik krijg de indruk dat er op steeds nadrukkelijker, meer gealarmeerde ondertoon over lezen gepraat wordt

Er zijn groots opgezette acties tegen ontlezing. Op Instagram zie ik voortdurend mensen samenkomen om ergens met een roman te wapperen; elke maand legt een stoet schrijvende collega’s zichzelf – in het kader van hun leesclub – met allemaal hetzelfde boek vast. (De gretigheid waarmee ze op die Instagram-foto’s steeds de uitgeverij taggen doet me vermoeden dat ze de boeken gratis krijgen opgestuurd, dat dit hun publicitaire wederdienst is.)

Uitgeverij Das Mag organiseerde recent voor het eerst in jaren een leesclubfestival, waarbij een handvol schrijvers verspreid over Amsterdam met lezers in gesprek ging. “Alles wat je van een auteur wil weten en veel méér”, hoorde ik een stagiaire vooraf ietwat onbestemd zeggen. Later vernam ik dat het haar laatste werkdag was, ik vermoed dat ze had besloten alle geremdheid te laten varen.

De stagiaire zei dat tijdens het etentje dat plaatsvond voor de leesclubs begonnen. Alle schrijvers, gespreksleiders en uitgeverijmedewerkers verzamelden zich rondom lange houten tafels waarop soepkommetjes klaarstonden. Mijn leesclub zou worden geleid door Chris Zegers – iemand die al dagelijks op televisie kwam toen ik net de puberteit in tuimelde.

Het was me niet helemaal duidelijk waarom men bij hem was uitgekomen, misschien omdat hij al jaren reisprogramma’s maakt en mijn verhalenbundel het woord passagiers in de titel heeft? Wat de reden ook was, zodra zijn naam viel reageerde ik direct welwillend. Tot mijn verbazing stemde hij ook toe.

Drinkend van mijn soep begon ik me af te vragen of hij wel zou komen opdagen. Was hij voor een avond als deze niet veel te bekend, kende hij mijn naam überhaupt? Toen verscheen hij al in de deuropening: een gespierde gestalte, zongebruind gezicht, blonde lokken en grote glimlach. “Thomas!” riep hij. “Wat geweldig dat ik jou van al deze mensen nou als eerste zie!”

Alsof er een wervelwind door de ruimte trok. De hele avond bleef Zegers zo enthousiast. En het wonderlijke was dat het allemaal duidelijk oprecht was, er zat niets geforceerds of gekunstelds aan zijn aanhoudende gelach, zijn stuiptrekkingen van energie. In razend tempo fietste hij van de eetzaal naar Grand Café 1e Klas, waar de leesclub zou plaatsvinden. “Ik ga alvast bij de ov-poortjes staan voor als mensen geen pasje bij zich hebben!”

Een ontroerend beeld: Zegers die stuiterend en goedlachs mensen bij ov-poortjes opwachtte om ze naar een gesprek over korte verhalen te loodsen.

Eenmaal in het Grand Café verzamelden zich vijfentwintig mensen. Zegers sjouwde met stoelen, kneep iedereens hand fijn bij wijze van groet, opende het gesprek met een quizje over mijn verhalen, een paar grapjes. “Bestel vooral wat je wilt, Das Mag betaalt, ha!”

Ik werd die avond niet verliefd op een boek of een verhaal, maar stiekem wel een beetje op de gespreksleider

Iedereen in de kring stelde zichzelf voor. Een arts-in-opleiding, een sportjournalist, iemand die werkte bij het ministerie, een boekhandelaar die speciaal hiervoor uit Brussel was gekomen. Naast me zat een groepje middelbareschooldocenten, allemaal vrouwen. Ook die introduceerden zich keurig. Een vrouw met kort haar en een brilletje zei tevreden: “Ik doe en ben precies hetzelfde als mijn buurvrouw, alleen ik heet Corrie.”

Niet eens zo hortend en stotend ontvouwde zich een groepsgesprek over mijn verhalen. “Let vooral niet te veel op mij”, zei ik, “laat je niet door mijn aanwezigheid weerhouden om kritische noten te kraken.” Iemand vroeg waarom de verhalen niet positiever eindigden. En waarom hadden de personages de neiging om zoveel toe te kijken, waarom waren ze niet actiever? “Ben jijzelf ook zo?”

Ik probeerde uit te leggen hoe die figuren in elkaar zaten, wat maar half lukte. Na een tijdje keek ik naar Zegers, die het gesprek af en toe galant bijstuurde, en ik dacht: hier komt het op neer, mijn personages willen er ook zo content bij zitten, ze willen zich aan zulke ongecompliceerde geestdrift optrekken.

En ikzelf ook, van tijd tot tijd – ik wilde het in elk geval op dit moment. Misschien laat de hele avond in Grand Café 1e Klas zich zo wel het beste samenvatten: ik viel niet voor een van de leesclubdeelnemers, ik werd niet verliefd op een boek of een verhaal, maar stiekem wel een beetje op Chris Zegers.

Na afloop hingen veel deelnemers om Zegers heen. Alsof ze eigenlijk hiervoor een kaartje hadden gekocht.

Ik vroeg hem of hij meeging naar het afsluitende feest dat Das Mag had georganiseerd. “Ik ben kapot”, zei Zegers vrolijk. “En ik moet morgenochtend om half 8 de ballen ophalen voor het voetbal van mijn zoontje.”

Dit had ik nooit eerder meegemaakt: met een stel geïnteresseerde onbekenden samenkomen om uitgebreid over korte verhalen te praten

Direct nam mijn behoefte aan het feest ook iets af. Desondanks bleef ik in beter humeur dan ik in tijden was geweest. Toen ik die nacht aangeschoten naar huis fietste, besefte ik: dit heb ik nooit eerder meegemaakt, dat ik met een stel geïnteresseerde onbekenden samenkwam om uitgebreid over korte verhalen te praten.

Ik dacht aan die beduimelde romans in mijn ouderlijk huis. Aan alle boeken die ik nog in afzondering wilde lezen, aan het verlangen waarmee ik als achttienjarige voorzichtig maar ambitieus begon met schrijven: om tenminste op papier een beetje controle te krijgen. Om mezelf meer open te stellen voor de anderen en voor de mensen die dat allemaal makkelijker leken te doen dan ik, leven. Anders gezegd: ik schreef om mezelf meer te mengen in de wereld – en dit was het, die wereld, en even leek ik er helemaal op mijn plaats.

Thomas Heerma van Voss

Terreinverlies

Een dikke pot inkt

Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.