Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Ballonvaren boven de kogels om te ontsnappen aan het beleg van Parijs
0 Reacties
© Musée Carnavalet, Paris
© Musée Carnavalet, Paris © Musée Carnavalet, Paris
geschiedenis

Ballonvaren boven de kogels om te ontsnappen aan het beleg van Parijs

Toen Parijs in 1870 door de Pruisen werd belegerd, gebruikten de Fransen luchtballonnen om post én mensen voorbij de vijandelijke linies te krijgen. De ballonnen landden ook in België en Nederland.

Op 23 november 1870 kwam een luchtballon met vijf mensen aan boord bij Leuven aan de grond. De mand sleepte enkele kilometer over landbouwgrond alvorens het anker vast kwam te zitten, en de ballon tot stilstand kwam. De ballon was drie uur eerder uit Parijs opgestegen en vloog over de Pruisische troepen die op dat moment de stad belegerden. De Leuvenaars verwelkomden de Fransen en diezelfde avond nog, sprak de piloot de menigte toe in het Grand Café des Quatre Nations. Hij vertelde hun over de oorlog in Parijs en hoe het er daar aan toeging.

Het beleg was begonnen in september 1870. In plaats van de Franse hoofdstad met geweld in te nemen, kozen de Pruisische troepen ervoor haar uit te hongeren. Ze hadden de oorlog met succes gewonnen door het Franse leger bij Sedan te verpletteren. Ook namen ze keizer Napoleon III gevangen. Er was wel aanhoudend verzet vanuit de hoofdstad, waar een groep Parijse afgevaardigden een republikeinse Regering van Nationale Defensie had opgericht.

Opgesloten in de stad begon de regering bemande ballonnen te gebruiken om nieuws, brieven en mensen naar de buitenwereld te krijgen. De beroemdste passagier op deze vluchten was minister van Binnenlandse Zaken Léon Gambetta. Hij ontsnapte in oktober uit de stad om van buitenaf het gewapende verzet tegen de Pruisen te kunnen leiden. De bevolking kon ook betalen om hun brieven per ballon te versturen, en af en toe werden ook privé-passagiers aan boord genomen. Op die manier waren deze ballonvluchten ook het begin van zowel commerciële passagiersvluchten als van luchtpost.

Hetelucht- en gasballonnen vervoerden al passagiers sinds het einde van de achttiende eeuw, maar er was anno 1870 nog steeds geen manier om de ballon te besturen. Voorspelbaar van punt A naar punt B reizen was onmogelijk. Maar voor de belegerde Parijzenaren was wegkomen van punt A al goed genoeg. Zolang punt B niet in Pruisische handen was, zou de post erdoor komen, en konden de piloot en eventuele passagiers verder reizen met conventionele middelen. De meeste van de 67 ballonnen die Parijs tijdens het vier maanden durende beleg verlieten, landden in het niet-bezette Frankrijk, of in neutrale buurlanden zoals België of Nederland.

Eenmaal verdwaald, was het bijna onmogelijk om te herkennen waar een ballon was terechtgekomen

Toch waren de ballonvluchten nog riskant en onvoorspelbaar. De eerste uitdaging was om boven de Pruisische linies rond Parijs te komen, het liefst op een hoogte die buiten het bereik van musket- en artillerievuur lag. Vervolgens moest de piloot de positie van de ballon in de gaten houden door oriëntatiepunten zoals rivieren en spoorlijnen op een kaart te volgen. Maar de meesten vlogen voor het eerst en hadden weinig weet hoe het land er van bovenaf uitzag. Eenmaal verdwaald, was het bijna onmogelijk om te herkennen waar een ballon was terechtgekomen. Een kompas was van weinig nut zonder een referentiepunt om een richting te bepalen. Uiteindelijk was de enige optie om naar iemand op de begane grond te roepen en te hopen dat die vriendelijk was.

Op zeker moment begon de Pruisische ruiterij de ballonnen te achtervolgen, zelfs tot in onbezette gebieden. Nadat er enkelen waren gevangengenomen, en de piloten als spionnen werden behandeld in plaats van postbodes, werd besloten om in het donker op te stijgen. Dit maakte het navigeren nog moeilijker, want met zoveel brandbaar gas in de lucht kon je geen lamp aansteken om een kaart te lezen. Bij zonsopgang kon de piloot een totaal onbekend landschap zien, of in het ergste geval niets dan de zee onder de mand.

De ervaring om Parijs per ballon te verlaten liet een sterke indruk na op degenen die de reis ondernamen. Jules Buffet, een marineofficier die de ballon l'Archimède tot aan de Belgisch-Nederlandse grens bestuurde, schreef een levendig verslag van zijn vlucht. Hij steeg op 21 november na middernacht op van het Gare d’Orléans, met aan boord: 220 kilogram post, twee passagiers en vijf postduiven om berichten naar Parijs te brengen.

“Terwijl ik mijn ballon liet opstijgen, keek ik verwonderd naar het panorama dat zich onder ons ontvouwde", herinnerde hij zich. “Stilte heerste in de mand, alleen verbroken door de woorden van bewondering die aan onze lippen ontsnapten. Parijs, gezien bij nacht en vanaf die hoogte (we waren tot 2.000 meter gestegen) was opwindend. De lichten op de stadswallen vormden samen een gordel van vuur om de stad, en de straten lichtten op als schitterende kruisende lijnen. Toen vloeide alles in elkaar en werd Parijs eerst slechts een bundel lichten, dan een heldere vlek, tot er alleen nog maar een gloed was en tot slot helemaal verdween.”

Terwijl ze naar het noorden vlogen, konden ze alleen maar speculeren over de vuren die ze beneden zagen. Waren dit Pruisische kampen? De witachtige lijnen tegen de donkere grond waren wegen, terwijl de steden in vlammen geschetst leken te zijn. “Plotseling leek de hele aarde verlicht: glimpen rood, heel dicht bij elkaar, sterker en zwakker wordend, trokken onze aandacht, en een gerommel in de verte bereikte onze oren. Later vernam ik dat dit het steenkoolbekken van Charleroi was, met zijn ontelbare smederijen en hoogovens de bron van deze lichten en ontstellende geluiden".

De nacht verstreek afwisselend in schaduw en licht, totdat de dageraad aanbrak en langzaam het landschap beneden te voorschijn liet komen. Buffet overlegde met zijn twee passagiers, besloot dat dit vlakke, regelmatige landschap Vlaanderen moest zijn, en begon aan zijn afdaling. Toen ze dicht bij de grond kwamen, werden ze met hoge snelheid voortgeblazen. Ze daalden en moesten weer omhoog om een huis te ontwijken dat achter een rij bomen verborgen stond. Toen landden ze, met twee hevige schokken. Boeren uit de velden haastten zich naar de ballon. Buffet vroeg hen waar ze geland waren, maar kon zich niet verstaanbaar maken. Uiteindelijk kreeg hij de naam van de plaats: Castelré, een gehucht van de Nederlandse gemeente Baarle-Nassau, grenzend aan België. Dit was zowel een opluchting als een verrassing: in zeven uur hadden ze ongeveer 400 km afgelegd.

Buffet liet de ballon leeglopen met de hulp van de boeren, al had hij moeite om hen ervan te overtuigen hun pijp te doven in de buurt van het ontsnappende gas. Intussen stuurde het nabijgelegen kasteel van Hoogstraten een koets uit om de onverschrokken reizigers op te halen en hen een verblijfplaats aan te bieden tot vervoer naar Turnhout voor hen en hun uitrusting kon worden geregeld. Van daaruit namen ze de trein naar Brussel, en vervolgens naar Gambetta’s regeringsbuitenpost in Tours.

Net zoals Buffet verwonderd neerkeek op Vlaanderen, zo volgde Vlaanderen de voortgang van zijn ballon door het luchtruim. Telegrafische berichten aan de kranten meldden waarnemingen boven Lier, Berchem, Deurne en Borgerhout, de ballon was blijkbaar op weg naar Antwerpen. Daarna was hij uit het zicht verdwenen. De daaropvolgende landing werd ook gemeld, zowel om het spektakel als vanwege het nieuws dat de ballon meebracht uit Parijs. Een correspondent schreef aan L'Etoile belge dat de ballon een landingspoging had gedaan in de buurt van Mechelen, maar was afgeschrikt door het geluid van musketvuur. Het waren niet de Pruisen, zoals de ballonvaarders vreesden, maar de burgers van het nabijgelegen Hofstade die aan het schieten waren om hun nieuwe burgemeester te vieren.

Men wist al dat de Parijse postballonnen België konden bereiken, na een reeks landingen half oktober in Béclers bij Doornik, Froidchapelle bij Chimay, en Evrehailles bij Dinant. Lokale verslagen van deze landingen verschenen ook in de kranten. In Béclers, bijvoorbeeld pikte de ballon een groot aantal appels op toen de mand door een boomgaard werd gesleept. Eenmaal op vaste grond vertelden de Fransen over hun reis, die hen aanvankelijk in de richting van Boulogne-Sur-Mer en de zee voerde, voordat de wind draaide en hen weer landinwaarts bracht.

Ook de landing in Evrehailles vond plaats bij harde wind, waarbij de piloot de onconventionele stap nam om bij de landing de koorden tussen mand en ballon door te knippen, zodat de ene op de grond bleef liggen terwijl de andere wegvloog. Dit was een staaltje improvisatie van de piloot die, net als Buffet en vele andere piloten, nooit eerder in een ballon had gevlogen. En aangezien zij niet naar Parijs konden terugkeren om opnieuw te vliegen, was er geen enkele manier om van hun moeizaam opgedane ervaring te profiteren.

De piloot die in de buurt van Leuven landde, was van een ander kaliber. Wilfrid de Fonvielle was als journalist gespecialiseerd in wetenschap, en hij was een ervaren ballonbouwer en -piloot. Hij was het niet eens met de nachtvluchten vanuit Parijs, met het argument dat de voordelen niet opwogen tegen de handicap van het blind vliegen, en organiseerde daarom een privé-vlucht samen om zijn zaak te bepleiten. Hij vertrok om 11 uur vanaf de gasfabriek van Vaugirard, met drie betalende passagiers en een copiloot. De autoriteiten weigerden hem berichten of post te bezorgen, ze dachten dat hij zeker zou worden gevangengenomen. In de plaats daarvan werden ze toevertrouwd aan een officiële postballon die de nacht nadien vertrok; die vlucht eindigde 1300 km verderop in Noorwegen, waarbij alle post onderweg verloren ging.

De Fonvielle's ballon, genaamd l’Egalité, kreeg veel musketvuur te verduren toen hij over de Pruisische linies voer, maar geen enkele kogel reikte hoog genoeg. Gezien worden was ook een deel van zijn plan: “Het was goed voor onze grote republikeinse zaak om te laten zien dat republikeinse aëronauten nieuws brachten ondanks de Pruisische legers”, schreef hij later. Hij hield ook vol dat hij altijd wist waar hij was, en koos ervoor om te landen tussen Brussel en Leuven, hoewel de landing niet erg elegant was. Een hevige wind slingerde de mand over het platteland, en zijn voortgang werd pas gestopt toen boeren de verankeringstouwen grepen en een van hen met een sikkel op de ballon inbeukte om het gas te laten ontsnappen.

In december en januari bleven de postballonnen Parijs verlaten. Er landden er nog twee in Nederland en één in België. De vlucht van de ballon Steenackers op 16 januari was bijzonder dramatisch. Men zag hem ‘s morgens over Brussel en Antwerpen vliegen, maar de piloot had zijn snelheid onderschat en dacht dat hij zich nog boven bezet gebied bevond. De aanblik van de zee veranderde zijn mening en hij bracht de ballon snel naar de aarde. Piloot en passagier sprongen uit de mand, met één zak post, terwijl een tweede zak werd meegenomen toen de nu onbemande ballon weer opsteeg.

Piloot en passagier sprongen uit de mand, met één zak post, terwijl een tweede zak werd meegenomen toen de nu onbemande ballon weer opsteeg.

Ze waren neergekomen bij Harderwijk, aan de rand van de Zuiderzee. De volgende dag gingen plaatselijke vissers met sleeën de bevroren zee op om de ballon te zoeken. Zij vonden hem, vastgelopen in het ijs bij het eiland Urk, en konden zowel het vaartuig als de verloren brieven weer aan land brengen.

Parijs gaf zich uiteindelijk op 28 januari 1871 over aan de Pruisen. In de nasleep van het beleg werd er veel gesproken over ballonvaart en de verdere ontwikkeling daarvan, met name voor militair gebruik. Het werk aan nieuwe besturingsmethoden, dat tijdens het beleg was begonnen, werd ook voortgezet en binnen enkele jaren gingen de eerste ‘bestuurbare luchtschepen’ de lucht in.

Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.