Deel artikel

kunst

Arpaïs Du Bois ademt door te tekenen

26 april 2024 6 min. leestijd

Overdag laat de Antwerpse kunstenares Arpaïs Du Bois het leven tot zich komen. ‘s Avonds pent en tekent ze haar indrukken neer in cahiers, of bij momenten op een groter formaat. ‘Dat is een intens proces waarvoor alles opzijgeschoven wordt. Ik moet met heel mijn wezen toegankelijk zijn.’

Voor zover ze zich kan herinneren heeft Arpaïs Du Bois altijd getekend. Met een potlood in de hand komen haar gedachten op gang, haar ademhaling tot rust. Dat ontdekte ze des te meer toen ze de opleiding Toegepaste Grafiek volgde aan Sint Lucas Antwerpen. “We werkten naar een resultaat toe,” vertelt ze, “en dan word je verondersteld om een aantal dingen achterwege te laten. Die beperkingen vond ik spannend. Toch wist ik vrij snel dat het niet mijn pad was. Ondertussen bleef ik tekenen, als een zijspoor, om mijn ideeënstromen gaande te houden.”

In die periode werd ze ook geconfronteerd met enkele levensveranderende gebeurtenissen, die ze wilde vastleggen. Lang weidt ze niet uit over dat persoonlijke tijdsgewricht, maar ze benadrukt wel dat het snel moest gaan, want alles stond op het punt te veranderen. “Toen sloeg ik mijn eerste schriftjes open”, zegt ze. “Dankzij het kleine formaat heb ik ze altijd bij de hand. Bovendien helpen ze om mijn gedachten kernachtig samen te ballen en er op een sequentiële manier mee om te gaan. Een blad dat wordt omgedraaid, vraagt om het vervolg van een gedachtegang. Zo geeft het schrift een richting aan.”

Door een bladzijde om te slaan en het schrift te sluiten, rond je een periode af, maar voor Du Bois kregen de cahiers een eeuwige verlenging. “De aanraking van de bladzijde, het ritselende geluid als je die omslaat: het is een soort ademhaling. Ik kan niet meer zonder.” Dat geldt ook voor papier, de drager die ze zich helemaal eigen heeft gemaakt, eerst met potlood en houtskool, daarna ook door erop te schilderen. “Het is een soort conversatie: papier is fragiel, dus het verfrommelt, drukt door, werkt tegen en spreekt terug. Dat leidt ertoe dat ik een zeker ritme in mijn werk moet houden. Als ik het papier te lang bewerk, strubbelt het tegen. Andere keren moet ik juist de tijd nemen om de onderlaag te laten drogen. Sinds kort werk ik ook op hout, maar dat harde materiaal behandel ik eerst om het meer papierachtig te maken. Ik schuur, tem en blesseer het om de interactie van papier op te roepen.”

Papier is niet alleen Du Bois’ basismateriaal. Het is ook een drive die haar werk gaande houdt. Dat gebeurt evenzeer wanneer ze niet in een schrift, maar op een groter blad aan de slag gaat. Af en toe merkt ze namelijk dat het kleine formaat ontoereikend is. “Voor sommige beelden moet ik uitwijken naar andere vormen. Niet alleen mijn pols, maar ook mijn elleboog en bovenlichaam bewegen dan mee. Het is heel lichamelijk, net als de vooroverbuiging boven een klein schriftje mijn gedachten tot een essentie terugbrengt.”

Ritueel

Ze spreekt over de tekeningen alsof die haar in de hand hebben, niet omgekeerd. “Tekenen komt inderdaad voort uit een grote urgentie. Hoewel mijn werk allesbehalve rust is, voel ik op dat moment dat ik doe wat ik moet doen. Anders zou ik niet elke dag uren in mijn atelier zitten.” Het is ook een kwestie van tijd maken voor de dingen waar je nood aan hebt, en bij Du Bois is tekenen dat dagelijkse ritueel. “Er gaat geen dag voorbij dat ik niet in mijn atelier kom”, knikt ze. “Soms maak ik één werk, soms meerdere. Ik sta nooit op met een plan, want de dingen die ik teken of neerpen, moeten eerst binnenkomen.”

Daarvoor laat ze doorheen de dag eerst de input van het leven binnensijpelen. In de ochtend houdt ze zich bezig met praktische zaken, en eenmaal per week geeft ze ook les aan Sint Lucas Antwerpen. Pas ‘s avonds komt haar creatiedrang op gang. “Dan vertraagt de buitenwereld, kruip ik naar binnen en kan ik de relatie tot wat geweest is scherpstellen.” De verstilling van de avond helpt om de introspectie te vinden die uit haar werk spreekt. Het is een soort ruis, die ze van binnenuit weer naar buiten laat komen. “Dat is een intens proces waarvoor alles opzijgeschoven wordt, want ik kan het niet half doen. Ik moet met heel mijn wezen toegankelijk zijn.”

Hersenfuncties

Via lijnen en vlakken in aardekleuren toetst ze de indrukken van de wereld rond haar af. Bijna altijd worden die vergezeld van zinnen in het Frans, de taal die ze van haar vader meekreeg. Taal en beeld zijn namelijk onlosmakelijk verbonden. Van kinds af ziet ze beelden bij woorden. “Die twee domeinen buitelen over elkaar,” zegt ze, “zelfs in dit gesprek. Vanaf de eerste cahiers waren de woorden meteen aanwezig en dat verband is alleen maar sterker geworden, naarmate verf en kleur belangrijk werden.”

“Het is interessant, want uiteindelijk plak ik twee verschillende hersenfuncties aan elkaar”, merkt ze op. “Ik hoor dat veel toeschouwers tekst en beeld als twee aparte lagen bekijken, zeker als ze het Frans niet machtig zijn. Zo kom je soms tot boeiende conversaties. Ik heb bijvoorbeeld zo’n vijftien jaar geleden een boek gemaakt met de Japanse fotograaf Masao Yamamoto. Doordat hij geen Frans sprak, las hij mijn woorden als tekeningen. Voor hem waren het twee lagen beeld, net zoals voor mij woord en beeld samensmelten, maar dan juist omdat het Frans zo vertrouwd aanvoelt.”

Hongkong

In het atelier van Du Bois’ Antwerpse hoekpand staan wel honderd schriften, keurig geordend op een wandplank. Toch kijkt ze daar zelden in terug, tenzij dat nodig is om een tentoonstelling of boek samen te stellen. Zo kwam onlangs het boek Hong Kong Whispers uit, waarin ze in dialoog gaat met de beelden van de Duitse fotograaf Michael Wolf, die vijf jaar geleden overleed.

“Toen ik tien jaar geleden wat in de knoop zat, nodigde Michael me uit in Hongkong, waar hij woonde”, vertelt ze. “Ik wist niet wat ik daar moest gaan zoeken, ik had meer nood aan een weiland met koeien, maar zijn voorgevoel was ontzettend juist. Het werd een herbronningsperiode op een bizarre plek. Alles is daar vermenigvuldigd in zijn intensiteit, maar net in dat ontregelende universum kwam ik mezelf serieus tegen.”

In die weken maakten beide kunstenaars ook werk gedicteerd door de metropool. “We maakten een maquette voor een boek samen, maar terug in België belandde het in een lade. Een tijd geleden wilde Michaels weduwe het project nieuw leven inblazen. Eerst aarzelde ik, want ik toon niet graag oud werk en die periode had veel in mij losgeweekt. Maar het voelde wel relevant aan, ook uit eerbetoon voor Michael.”

Scenarist

Het is bijzonder om oud werk open te slaan. Dat merkt Du Bois ook wanneer ze pagina’s uit haar cahiers assembleert tot een nieuw geheel voor expo’s. “Bij zo’n herlezing voel ik me een dirigent of scenarist, die de volgorde doorbreekt tot er nieuwe verhalen ontstaan. Door terug te blikken merk ik ook dat ik veel coherenter bezig ben dan ik vaak denk. Mijn creatieproces lijkt soms onsamenhangend te verlopen, maar uiteindelijk is het één langgerekte manier van denken.”

Tegelijkertijd is er een evolutie in de manier waarop Du Bois in de wereld staat en hoe ze die wereld filtert in haar tekeningen. “Als twintiger heb je grote idealen, maar je bent ook aan het aftasten. Je bevindt je in een kleine bubbel ten opzichte van de grote wereld. Een van de goede dingen aan ouder worden, is dat die verhouding verandert. De kleine bubbel komt meer in verhouding te staan tegenover alles wat er rondom je gebeurt.”

Misschien komt het daardoor dat er steeds meer een politieke lading spreekt uit haar werk: haar tekeningen zijn reflecties van een individu dat leeft in een aarde die vergaat, te midden van een maatschappij die vernauwt. Hoewel Du Bois expliciete boodschappen schuwt, dwingt de duistere onderlaag tot reflectie, met zinnen als “cibler l’indicible” (“op het onuitspreekbare mikken”), “les écailles du monde” (“de schubben van de wereld”) of “ranger toutes nos ombres” (“al onze schaduwen opruimen”).

Volgens Du Bois is dit wat kunst kan betekenen in tijden van crisis: verstilling afdwingen. “Je kan niet vluchtig naar muziek luisteren, een boek lezen of naar een beeld kijken”, stelt ze. “Daarvoor moet je vertragen en verankeren. Dat kan ongemakkelijk aanvoelen, want de wereld blijft doordraaien en sleurt je mee. Maar om dingen in vraag te kunnen stellen, moet je vertragen. Kunst is een van de enige manieren die je toelaat om bewust met de tijd om te gaan.”

Hong Kong Whispers is nu uit bij Hannibal Books. Van 5 mei tot 6 juni heeft Du Bois ook een solotentoonstelling bij Hilde Vandaele Gallery (Watou). Meer info op arpais.com.

Maya Toebat

Maya Toebat

freelance journalist en redacteur

Reacties

Reacties zijn gesloten.

Lees ook

		WP_Hook Object
(
    [callbacks] => Array
        (
            [10] => Array
                (
                    [00000000000029190000000000000000ywgc_custom_cart_product_image] => Array
                        (
                            [function] => Array
                                (
                                    [0] => YITH_YWGC_Cart_Checkout_Premium Object
                                        (
                                        )

                                    [1] => ywgc_custom_cart_product_image
                                )

                            [accepted_args] => 2
                        )

                    [spq_custom_data_cart_thumbnail] => Array
                        (
                            [function] => spq_custom_data_cart_thumbnail
                            [accepted_args] => 4
                        )

                )

        )

    [priorities:protected] => Array
        (
            [0] => 10
        )

    [iterations:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [current_priority:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [nesting_level:WP_Hook:private] => 0
    [doing_action:WP_Hook:private] => 
)