Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Alexander Vantournhout, de bewogen beweger
0 Reacties
Scènebeeld uit Aneckxander, 2015 © Bart Grietens
Scènebeeld uit Aneckxander, 2015 © Bart Grietens Scènebeeld uit Aneckxander, 2015 © Bart Grietens
kunst

Alexander Vantournhout, de bewogen beweger

Brengt Alexander Vantournhout nu dans, circus, acrobatie of performancekunst? Zijn voorstellingen dragen invloeden van uiteenlopende disciplines en vormen een voortdurende verkenning van de mogelijkheden van het lichaam. En hoewel er een doorwrochte studie aan voorafgaat, voert een zekere lichtheid de boventoon. Een portret van deze levenslustige en ongrijpbare maker.

“Klinkt dat erg technisch?”, vraagt Alexander Vantournhout (1989) wanneer ik opkijk bij circograaf, de term die hij gebruikt om zichzelf te omschrijven. “Dat is zo met elk nieuw woord. Choreograaf klinkt al lang niet meer zo technisch”, zegt hij. Zijn voorstellingen horen niet echt bij de esthetiek van hedendaagse dans, maar je kunt ze evenmin bestempelen als circusacts. Dus dringt een nieuw woord zich op. Bewegingsonderzoek zou de lading kunnen dekken: Vantournhout zoekt naar anormatieve manieren om zichzelf, dansers en circuslui in scène te zetten. Maar met dat woord misken je het plezier en de subtiele ontroering die je als toeschouwer ervaart. Dan toch maar circografie?

Onstuitbare nieuwsgierigheid

Alexander Vantournhout komt uit het West-Vlaamse Roeselare, maar woont al elf jaar in Brussel. Zijn jeugd is een aaneenschakeling van alle mogelijke vormen van fysieke activiteit. Het begon met competitiegymnastiek (twintig uur per week), maar op zijn zeventiende zag hij zichzelf als professionele voetballer. Daarna volgde hij een bachelor hedendaags circus aan het ESAC (Ecole Supérieure des Arts du Cirque, in Brussel), waarna hij overstapte naar de dansopleiding van P.A.R.T.S. (dansschool van Anne Teresa De Keersmaeker). Tussendoor ambieerde hij een theoretische bachelor sportwetenschappen aan de VUB (een verkeerde keuze, vindt hij nu), erna volgde hij nog even les aan de mimeschool van Lecocq (“er was daar een goeie leraar”). Sindsdien is hij blijven bewegen en leren – dat springt in het oog wanneer hij vertelt over zijn kunstpraktijk. Judo, yoga, krachttraining, vechtsport en wat nog kwamen er gaandeweg bij. Zijn nieuwsgierigheid is onstuitbaar, net als zijn voortdurende onderzoek naar de mogelijkheden van het lichaam: “Ik lig wakker over beweging.” Het liefst zou hij voor elke voorstelling een andere bewegingstaal creëren, zegt hij en voegt er meteen aan toe dat dit wellicht niet mogelijk is.

Vantournhout was nooit zo geïnteresseerd in dans, wel in artistieke processen. “Het esthetische dogma dat boven dans hangt, vind ik niet zo boeiend.” De typische bewegingstaal van P.A.R.T.S. haalt hij er zo uit als hij vandaag de video’s bekijkt van dansers die solliciteren voor zijn nieuwe voorstelling. De Belgische dansgolf ziet hij dan ook veeleer als een choreografiegolf. Niet de danstaal was innovatief, wel de choreografie, meent hij.

Vantournhout was nooit zo geïnteresseerd in dans, wel in artistieke processen

Zichzelf ziet hij niet als een goede choreograaf, maar hij voelt wel dat hij goed is in bewegingsonderzoek. Door zijn hybride curriculum heeft hij daar veel over opgestoken. De constante reflectie over cross-over tussen de verschillende disciplines is een van Vantournhouts belangrijkste drijfveren. De dramaturgen met wie hij samenwerkt, reikt hij nieuwe bronnen over krachttraining of bewegingstechnieken aan, terwijl zij hem helpen om vragen scherp te stellen. Valstudie is zo’n lichaamspraktijk die hij meenam uit de circusopleiding en het judo.

Voor Aneckxander (2015) – de voorstelling waarmee hij als kunstenaar doorbrak – maakte hij zich vijf scenario’s eigen om op zijn rug te vallen. Afhankelijk van de omgeving, de balans (en de warmte en het zweet waarover hij uitglijdt) kiest hij telkens voor een van die vijf mogelijkheden. Al is kiezen niet het juiste woord: agility is een term die verwijst naar een vorm van controle die je tegelijkertijd doorbreekt. “Dansers leren dat nooit, vallen, en toch zal het ieder van hen ooit overkomen”, zegt hij.

Autobiografie van het lichaam

Aneckxander, dat hij samen met circusdramaturge Bauke Lievens creëerde, heeft als ondertitel: A Tragic Autobiography of the Body. Poedelnaakt staat hij op scène, het hoofd kaalgeschoren, en op een ontwapenende manier bespeelt hij de limieten van zijn eigen lichaam: hoe ver je voorover kunt leunen voor je onderuitgaat, hoe je met plateauschoenen en bokshandschoenen die limieten nog kunt uitrekken, hoe ver hij (letterlijk) zijn nek kan uitsteken. “Ik verander mijn lichaam graag een beetje voor elke voorstelling”, vertelt hij. “Voor deze voorstelling rekte ik mijn nek uit, door eraan te hangen. Bijvoorbeeld.” Vantournhout spreekt altijd in voorbeelden. Het verraadt zijn continue zoektocht naar nieuwe mogelijkheden.

Uit het circus komt ook Vantournhouts manier van werken met simpele objecten waarvan hij alle affordances (“mogelijkheden”, zou ik zeggen, maar Vantournhout ziet ook hier een nuance) exploreert. Die relatie tot een object vindt hij interessant. Zijn allereerste voorstelling, Caprices uit 2014, is een duet met een reuzenhoepel. In Raphaël (2017), ook een cocreatie met Bauke Lievens, wordt dat object een andere performer, maar dan als dode kracht. “Ieder lichaam is ook een object”, meent de circograaf. Een hele voorstelling lang zeult hij met een tegenspeler die geen krimp geeft – maar wel zijn ogen openhoudt en kijkt. Het publiek zit langs twee kanten opgesteld. Het blijkt een indrukwekkende, maar ook beproevende ervaring voor iedereen: in één op de drie performances liepen mensen de zaal uit omdat het zo heftig aanvoelde, anderen riepen dat het moest stoppen. Vantournhout zelf eindigde vaak met een geblokkeerde rug. Maar het was zijn tegenspeler die uiteindelijk besliste niet langer te toeren. Fysiek én psychisch viel het hem al te zwaar. Eerst helemaal opwarmen en dan niks mogen doen, is een onhoudbare spreidstand.

Vantournhout zocht overigens ook uit of een lijk met siliconen volgespoten zou kunnen worden om daarmee de uitdaging aan te gaan. “Dans is seductie, dat weten we zeker”, legt hij uit. “Bij cruciale gelegenheden wordt er gedanst, en dat zou evengoed een begrafenis kunnen zijn.” Heimelijk hoopt hij om het ooit met een échte dode, een dierbaar iemand dan, te kunnen doen. Als een soort ritueel. Misschien is dat wel minder een morbide geste dan een ode aan onze menselijke lichamelijkheid?

Iedereen bereiken

Woorden als flexibiliteit, mobiliteit, beweeglijkheid, elasticiteit, kinetisch potentieel, locomotie, contralateraal en ipsilateraal, monoplainer en pratique minoritaire sluipen constant door het gesprek. Veel Engelse termen ook, omdat hij vaak creëert en optreedt in het buitenland.

In Avignon begeleidde hij de Franse acteur Scali Delpeyrat in La rose en céramique (2018) als vertolker van diens innerlijke, labiele gevoelens. Een geforceerd huwelijk, noemt Vantournhout de voorstelling, omdat ze samen werden gezet zonder elkaar te kennen. Maar het resultaat is fascinerend. De danser voert niet alleen de versterkte bewegingen uit, hij is ook de projectie, als een soort engel, van degene naar wie de tegenspeler zo verlangt. Het stuk werd maar één keer gespeeld, en de wil om te hernemen is er wel, maar de tijd ontbreekt.

De topsporter die Vantournhout ooit was, blijft ook nu nog streng oefenen. Behalve tweemaal een halfuur krachttraining per week doet hij heel regelmatig aan Iyengar yoga, tai chi, oosterse gevechtsporten. Al is zijn leven niet zo rigoureus, lichamelijk wil hij elke uitdaging kunnen aangaan.

In Red Haired Men (2018) brengen vier mannen een mix van dans, circus, acrobatie en theater. Verdwijntrucs en humor voeren de boventoon en vullen de grote zaal. Vantournhout wilde een hedendaagse dansvoorstelling maken waarmee je iedereen kunt bereiken. Ook schooljongeren bijvoorbeeld, die vaak verplicht in de zaal zitten en die hij daarom naar een voorstelling wil laten kijken zonder voorafgaande theoretische gebruiksaanwijzing. Van de zowat honderd opvoeringen per jaar, reserveert hij daarom één of twee ervan voor de scholen. In de dans is dat nog altijd uitzonderlijk, en meer wil de sector ook niet omdat Red Haired Men, met vier dansers op de scène, sowieso al een dure voorstelling is.

In de zomer 2019 creëert de dertig geworden Alexander Vantournhout Screws. Een voltreffer. De performance telt drie acrobaten, één danseres (met wie hij ook het filmpje Snakearms opnam) en Alexander Vantournhout zelf. Verschillende kortere scènes volgen elkaar op in telkens weer een andere setting. De toeschouwer moet zich mee verplaatsen, wat de fysieke betrokkenheid wonderlijk versterkt. Onverwachte attributen – alpinistenschoenen met spikes of ondersteboven bungelende bottines aan een barre – zetten de performers aan tot de meest ongerijmde duetten. Vantournhout zelf slingert een bowlingbal rond als een gevaarlijk wapen. Stuk voor stuk tarten de performers de wetten van de zwaartekracht en de voorspelbare verwachtingen binnen circus en dans. Al is het wel allemaal precies berekend: Vantournhout heeft in de studio ooit veel dingen uitgeprobeerd, maar vandaag wil hij ook zichzelf niet meer bang maken. Hij heeft trouwens hoogtevrees, geeft hij toe.

https://www.youtube.com/embed/nnEG2Z3gwe0

Als toeschouwer kun je in Screws algauw het ene been van een danser niet meer onderscheiden van dat van een andere. Tien handen wriemelen door elkaar en vervlechten zich tot precaire constructies. Als er één zou loslaten, valt de vorm onverbiddelijk uiteen. Ook hier kiest Vantournhout er bewust voor om met muziek tussendoor de stilte te doorbreken en de performance voldoende vibes te geven. En aan het einde van de voorstelling trekt iedereen de publieke ruimte in. In Parijs liepen ze het gebouw uit tot in het naburige park. “Dat gaat heel natuurlijk. Performers verlaten het theater en zo krijg je ook voor mensen die geen ticket kunnen kopen een performance.” De circograaf hamert erop dat hij de afstand tussen het theater en de straat zo kort mogelijk wil maken. Theater is trouwens geen kwestie van muren, weet hij.

Lichaamsbewust

In juni 2020 zou Through the Grapevine in première gaan. Twee circusmannen, onder wie de circograaf zelf, zetten er hun afgetrainde maar onperfecte lichamen op scène: allebei zijn ze even groot, maar de ene heeft lange benen, de andere een lang torso. Ze zoeken uit hoe ze elkaar ermee kunnen uitdagen, of juist aanvullen. Imperfectie, humor en een bewogen beweeglijkheid zijn een wezenlijk onderdeel van Vantournhouts performances. Door de coronacrisis valt het af te wachten wanneer we de voorstelling te zien krijgen.

https://www.youtube.com/embed/hvzFcCKzd-k

Een volgend project staat ook in de steigers: Inschrift, met als thema’s dierenbewegingen en de oversteek van immigranten bij de grens tussen Mexico en de Verenigde Staten. “Een mens is ook een dier”, zegt Vantournhout. Met Inschrift wil hij achterhalen hoe dieren bewegen om hun sporen zo miniem mogelijk te maken. Voor het eerst zal Vantournhout niet zelf op de dansvloer staan: hij wil het bewegingspotentieel van vrouwelijke lichamen onderzoeken – “dat is anders door hun heupen en hun schouders, zeker wanneer ze bewegen als een viervoeter.”

Dat lijkt een vreemde manier van denken, maar het onthult juist een interessante benadering. Alexander Vantournhouts uiteindelijke opzet is om de toeschouwer meer sensorieel te laten worden. “Misschien gaan mensen zich erna iets meer bewust worden van hun sporen?” Zijn grote zorg is immers dat we almaar minder lichaamsbewust worden en meer evolueren naar een humanoïde. “Want zeg nu zelf: kunnen we nog zonder schoenen? En wie houdt oost, west, noord en zuid nog uit elkaar? Bijvoorbeeld.”

Website Alexander Vantournhout

Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.